maandag 30 november 2009

Het priem(a)getal 43


De vrouw van Berlusconi eiste het luttele bedrag van 43 miljoen van hem. 43% van de vrouwen voelt zich jonger dan ze in werkelijkheid zijn. ‘43’ is een heerlijk Spaans likeurtje en 43% van de vrouwen koopt regelmatig iets leuks voor zichzelf. 43% van de 43-jarige vrouwen willen vaker seks, daar de helft van gaat vreemd en van de andere helft fantaseert 43% over dingen die ze nooit zouden doen. Verder vindt 43% van de vrouwen dat de man bij een eerste etentje moet betalen, maar wil 43% verder wel onafhankelijk zijn. Maar liefst 43% van de vrouwen kiest voor functioneel en sportief ondergoed, terwijl ook weer 43% regelmatig investeert in mooie lingerie.

Dit is nog maar het topje van de ijsberg. Vrouwen hebben iets bijzonders met het getal 43. Het getal 43 heeft over alle vrouwen wel iets te vertellen. Het is een soort magisch ‘vrouwengetal’.

Nog even, dan ben ik zelf 43 jaar. Voorheen had ik me nooit kunnen bedenken dat ik hier zelfs naar zou uitkijken. Maar ik schaar me graag onder de vrouwen van 43 jaar.

Zowel mentaal als fysiek zijn we op ons hoogtepunt. We voelen ons mooier, leuker, spannender en veelomvattender dan ooit. We zitten boordevol energie en laten ons niet meer gek maken door stressfactoren. We staan stralend en zelfverzekerd in het leven. We kennen en herkennen de geneugtes van het leven en weten deze op waarde te schatten. Ons levensmotto is ‘it’s now or never…’

En de mannen dan, wat hebben die eigenlijk met het getal 43? Niet zo veel, lijkt het. Maar niets is minder waar. Mannen spenderen namelijk 43 minuten per dag aan het kijken naar mooie vrouwen, naar óns dus. Dat plezier gun ik ze van harte!


Ik kreeg nog een prachtige aanvulling op mijn ode aan 43 en wel uit de wiskundige wetenschappelijke hoek!
Nu kan niemand meer twijfelen aan het unieke getal 43! Link:

http://www.math.leidenuniv.nl/~naw/serie5/deel010/dec2009/lenstra.pdf

zondag 29 november 2009

Plastechnieken


Deze column schreef ik laatst voor Fok.nl. Hij werd geplaatst op 25 november 2009 en heeft het goed gedaan met 2050(!) vieuws en 22 reacties.
Plastechnieken
Ik moet bekennen dat ik in mijn vorige column niet helemaal eerlijk ben geweest. Ik schreef daarin dat ik geen afgunstige gevoelens koester ten aanzien van het mannelijke lid. Er is echter een uitzondering. Het betreft niet het ding zelf, maar een praktische toepassing ervan; namelijk het eenvoudig en vrijelijk kunnen plassen in de buitenlucht.
Voor vrouwen is dat een hoop gedoe. Eerst moeten ze zich voor een groot deel ontkleden. Nu heb ik er doorgaans weinig moeite mee om mij ontkleed te laten bewonderen, maar met de broek half op de knieën voel ik me toch beduidend minder fraai. Dan diep door de knieën, onhandig manoeuvrerend om de straal niet over of in je schoenen te laten lopen. Vervolgens in standje ongemakkelijk de boel afdrogen met een zakdoekje. En waar laat je dat nadien dan weer? De finale is in zicht. Je kunt je broek weer ophijsen, waarbij je tot de vochtige conclusie komt dat de missie toch niet helemaal geslaagd is. Er is wel een zogenaamd plastuitje op de markt, dat het mannengemak tracht na te bootsen. Maar het blijft surrogaat. Het zal ook deels met mijn behendigheid te maken hebben, maar ik heb nog nooit van een man gehoord die bij te groot gebleken nood, uit de zijkant lekte.
Nee, dan de mannen. Al jong leren ze van hun vader hoe ze met hun frommeltje tegen een boom kunnen plassen. Mannen plassen eigenlijk alleen in uitzonderingsgevallen op het toilet. Veel liever wateren zij in water, tegen bomen, van het balkon, in bermen en… in de wasbak. Met het plassen in de wasbak maken zij tegelijkertijd een krachtig statement. ‘Wie maakt me wat, ik doe wat ik wil, ik plas gewoon in de wásbak, weet je…’. Martin Bril schijnt een beducht wasbakplasser te zijn geweest, het liefst ‘en public’. Ook mannen die opnieuw vrijgezel zijn, luiden graag hun nieuw verworven vrijheidsstatus in door in de wasbak te gaan plassen. Zelfs al staat het toilet er naast.
Voor vrouwen zijn er weinig variaties mogelijk op het plassen in het toilet. De wasbak is sowieso al een mission impossible, zowel voor de vrouw als voor de wasbak. Met als gevolg dat rijen vrouwen noodgedwongen voor openbare toiletten hun plas staan op te houden, alvorens ze opgelucht hun blaas kunnen legen.
Het ophouden van de plas blijkt niet alleen ongemakkelijk, maar ook ongezond te zijn. Bij vrouwen kan dit leiden tot slappe of juist overactieve bekkenbodemspieren. In dat geval zullen ze zich voortaan moeten scharen onder de Tenaladies.
Mannen die niet alert genoeg omgaan met hun aandrang riskeren prostaatproblemen. Als remedie hebben vrouwen hiervoor het ‘nieuwe plassen’ bedacht. Mannen kunnen op deze manier goed uitplassen en eventueel nadruppelen, het toilet blijft langer fris en schoon én de bril staat altijd goed. Alleen de mannen zelf, die gooien roet in het eten. Ze weigeren het gewoon, te gaan zítten op het toilet. ‘Ik ben toch geen wijf!’reageren ze fel.
Doorgaans begrijp ik weinig van het fenomeen man. Maar deze ene keer ben ik het helemaal met ze eens. Hier moeten wel afgunstige vrouwelijke wraakgevoelens aan ten grondslag liggen.
Mannen, laat het er niet bij zitten, je staat in je recht!

Verwijderen Annuleren

zaterdag 14 november 2009

Middelmaat


Het is allemaal een beetje langs me heen gegaan, die hele mediahype over onder- en overgewicht. Af en toe zag ik op tv of in de krant wel dikke mensen of juist graatmagere modellen aan me voorbij komen, maar de berichtgeving rond deze fenomenen deden mij vrij weinig. Met beide doelgroepen voelde ik totaal geen verwantschap.
Tot voor kort dan.
We zitten aan de keukentafel en luiden het weekend vast in met een glaasje wijn.
‘Het begint écht na je veertigste,’, begint vriendin S. sombertjes, ‘Je taille verdwijnt gewoon, niks helpt meer, hè?’. Ik ben gelijk op mijn hoede. Het venijn zit hem in het woordje ‘hè’. Ze herkent in mij blijkbaar een lotgenoot als 'veertiger met de verdwijnende taille'.
Wég weekendgevoel, dit is namelijk een hele ernstige zaak. Als vriendin S. weg is, haast ik mij naar de spiegel en bekijk mezelf kritisch. Tja, ik moet haar gelijk geven, een beetje tenminste. Een zandlopermodel ben ik niet meer. Waar op de rit ben ik dat verloren, of eigenlijk; wanneer en met wat werd dit opgevuld? Ik heb geen idee wat ik ooit woog of nu weeg. Ik heb in mijn hele leven nog nooit een weegschaal in huis gehad, waarom zou ik ook.
Maar de spiegel bedriegt niet, er is meer van mij dan ooit.
Hier moet een goed actieplan op komen met als doel een verantwoord beweeg- en eetpatroon.
Ik sluit mij per direct aan bij de plaatselijke hardloopclub. Na een maand afzien durf ik toe te geven dat het mij niet lukt om in dé loopflow te komen. De endorfinetoevoer, waar de anderen zo hoog van opgeven, zit bij mij duidelijk verstopt. Ik geef het op.
Het verantwoorde eetpatroon houd ik iets langer vol. Ik eet vrijwel geen suikers en vetten, maar juist vooral zuur en bitter, om alles wat slecht is af te breken. Dapper probeer ik mezelf ervan te overtuigen dat yoghurt met grapefruit eigenlijk best een smakelijke combinatie is. Totdat het mensen uit mijn directe omgeving gaat opvallen dat ik er ook zuur van ga kijken. Er zijn grenzen.
Vervolgens probeer ik via de media wat wijzer te worden, maar de berichtgeving is nogal ambivalent. Daar waar de Dove-producent ons wil doen geloven dat zachte rondingen mooi en vrouwelijk zijn, beweert Karl Lagerveld dat niemand bepaald zit te wachten op vrouwen met ronde vormen.
What the hack! Wat vind ik er eigenlijk zelf van. Ik ben niet tenger, maar ook weer niet zwaarlijvig; niet pover, maar ook niet enorm; niet mager, maar ook niet corpulent; niet al te dun, niet al te dik, maar gewoon middelmatig. Daar kan ik goed mee leven. ‘Middelmaat siert de straat’ tenslotte.

donderdag 12 november 2009

Penisnijd


Sinds gisteren staat mijn derde column op Fok.nl. Dit is 'm.
(alleen voor 18 jaar en ouder ;))

Penisnijd
Het is al weer heel wat jaren geleden dat Marjolijn als leerling bij mij in de klas zat. Vergeten doe ik haar nooit. Marjolijn bleek bij haar geboorte behept met ambigue geslachtsorganen. Omdat het operatietechnisch moeilijker was om haar een natuurlijk ogend mannelijk geslachtsorgaan te geven, werd ze een meisje. Maar ze was geen meisje. Ondanks de rokjes en staartjes, huisde er een jongen in Marjolijn. Een hele boze jongen die een piemel wilde.

Ik kan me goed voorstellen dat het mannelijke lid zich niet gemakkelijk laat reproduceren. Zuiver esthetisch gezien zou het fraaier kunnen, maar functioneel gezien is het een wonderding.
Het is de afvoerbuis van urine, de geluksbrenger van vruchtbaar vocht en ook nog eens verstelbaar in verschillende groottes en standen. Dit alles onder de supervisie van het bovenkamertje, de hersenen. Kom er maar eens op!

Na jaren van zelfstudie, durfde Freud zelfs te stellen dat alles in het leven draait om dit edele deel. In zijn optiek verlangen vrouwen hevig naar het krijgen van kinderen als vervanging van dit geliefde object. Ook tijdens geslachtsverkeer trachten de dames slechts hun diepste wens te vervullen, namelijk het stelen van de penis van de man, door deze zo diep mogelijk in zich op te nemen. Leuk bedacht. Maar psychoanalyticus hoef je er niet voor te zijn ; hier is gewoon een man aan het woord die trots is op zijn gevalletje.

Wat mij vooral verrast, is dat er een direct lijntje blijkt te lopen tussen de hersenen en het zwellichaam. Ik zou ze zelf zo één twee drie niet met elkaar in verband hebben gebracht.
Via de ogen registreren de hersenen aantrekkelijk schoon en vervolgens worden de takel- en groeiprocessen in werking gezet. Ik was in de veronderstelling dat de penis een vrijwel zelfstandig functionerend onderdeel van de man was, waarbij tijdens momenten van reuring de hersenen juist op non actief werden gesteld.
Of intellectuele vermógens ook van invloed zijn op de grootte en gevoeligheid van de jongeheer, dat moet nog nader onderzocht worden. Maar het staat als een paal boven water dat de meeste mannen zich eerder tekort gedaan voelen bij een tegenvallend formaat van hun mannelijkheid, dan bij een benedengemiddeld intellect.
Mannen zijn fier op hun kameraad. Ze geven hun lid graag koosnaampjes, variërend van een stoer ‘snikkel’ tot een vertederend ‘jongeheer’. Ze hebben graag hun zaakje goed voor elkaar.

Ik hoop van harte dat Marjolijn inmiddels door het leven gaat als Marc of Jol, mét de gewenste piemel van formaat. Mij heeft de penis, in al zijn variaties, nooit kunnen verleiden tot jaloerse gevoelens. Ik voelde me altijd op en top meisje, later vrouw, en daar hoort ie nu eenmaal niet bij.
Niet dat ik niet af en toe zin heb om er een te bezitten. Dan leen ik er gewoon een.

zondag 8 november 2009

Goddelijk vocht


Het overkomt me deze keer totaal onverwacht.
Soms laat ik het er op aan komen. De herfst leent zich bijvoorbeeld bij uitstek voor wat melancholisch drama.
Maar nu ben ik niet voorbereid, sterker nog, ik heb er helemaal geen zin in.
Waarschijnlijk was er al een weemoedige gemoedstoestand in wording, slechts latent aanwezig, nog onwetend van wat de katalysator op de radio los zou gaan maken.
Maar zodra ik UB40 red red wine hoor inzetten, is het gebeurd met mij. Ik zak nog net niet door mijn benen, maar alles aan mij wordt week. Ik ben kansloos en word overspoeld door een gevoel van zachte treurigheid.
Er zijn maar weinig mensen in staat dezelfde uitwerking op mijn gemoed te hebben als die van rode wijn, zelfs in bezongen vorm. Nu wil ik er ook helemáál doorheen: ‘ik wil rode wijn drínken, ik wil de wereld verbeteren, want er is zoveel onrecht en ik wil, ik wil droevig zijn en eigenlijk ook niet, is bijna 43 oud of toch nog een beetje jong, ben ik wel leuk genoeg en is m’n glas nu halfleeg of halfvol en..en…’
Nou ja, feitelijk gezien is m’n glas nu dus alweer helemaal leeg. Even bijschenken.
Hoe komt het toch dat deze godendrank mij altijd zo onderuit weet te halen?
Het hoort een genotsmiddel te zijn, bij uitstek voorbehouden voor gelukkige levensgenieters. Doorgaans reken ik mij zeker tot deze optimistische populatie.
Het nuttigen van rode wijn draagt zelfs bij aan een gezonder leven. Bij gematigde consumptie bevordert het de bloeddoorstroming, verlengt het je leven ( tenminste, dat menen de Fransen…) en verhoogt het significant het libido van de vrouwen ( tenminste, dat menen de Italiaanse mannen…). Ik heb alles geprobeerd; kruidig, droog, fruitig en vol van smaak. Verschillende smaken met allemaal dezelfde uitwerking.
Het is niet dat ik er dronken van wordt.
Mijn ego wordt dan ook eerder verkleind dan vergroot, mijn empatisch vermogen daarintegen eerder vergroot dan verkleind. Mijn slechte dronk vertaalt zich niet in agressie, maar juist in een onbevredigbare knuffelbehoefte, brothers-in-arms-verbondenheid.
Gelukkig, ik zie inmiddels al weer een lichtpuntje. Langzaam krabbel ik uit mijn niemendalletje.
Komende tijd laat ik me niet meer verleiden, neem ik me voor.
Ik beperk me slechts nog tot de witte variant; die brengt namelijk het béste in mij boven ;-)

De aanleiding ; http://www.youtube.com/watch?v=YrwFkByhlJo&feature=related
(link werkt weer niet (???), even kopiëren en plakken op google search)

zaterdag 7 november 2009

De boogschuttervrouw


Vriendin M. heeft een nieuwe hobby. Vol enthousiasme introduceert ze me in de wereld van de astrologie. Ik ben sceptisch.
‘Hoe kán het, dat jij er niets mee hebt. Jij voldoet helemaal aan de boogschuttervrouw’, reageert ze verontwaardigd.
‘Dé boogschuttervrouw?’ Ik blijf sceptisch.
‘Dat zijn vúúrtekens; idealisten vol energie en temperament, verlangend naar leven en avontuur. Optimistische, rusteloze en zelfstandige vrouwen’.
Ik besluit haar het voordeel van de twijfel te geven. Ik ben tenslotte wel eens beroerder omschreven. Ze geeft mij een dik boek mee, waar ik ‘alles’ in kan vinden. Het boek blijft weken dicht. Wel google ik af en toe eens op ‘boogschutter’. Wat ik daar lees, bevalt me. Ik heb in ieder geval een sterrenbeeld dat me aanspreekt.
Op een druilerige zaterdag vind ik de tijd om het boek in te kijken.
Astrologen menen dat ik niet alleen gevormd ben door milieu en erfelijke invloeden, maar ook door de toestand van het zonnestelsel en het tijdstip van mijn geboorte. De astroloog blijkt in staat gebeurtenissen te relateren en interpreteren aan de stand van de zon, maan en planeten op een bepaald moment.
Het komt tot dusver in ieder geval over als een intelligente wetenschap, ik kom zelf doorgaans niet veel verder dan herkenning van de grote en kleine beer.
Ik lees verder hoe de maan me mijn gevoelens kan tonen, de zon mijn diepste doelstellingen en drives kent en elke planeet afzonderlijk me ook nog eens als een soort röntgenapparaat van alle kanten belicht. Maar ik blijf sceptisch.
Is dit niet gewoon een uit de hand gelopen verzinsel, dat zijn ontstaansrecht ontleent aan een hardnekkige ontkenning van het verschijnsel toeval?
Maar wat is eigenlijk toeval? Al googelend vind ik ‘het zichtbare effect van een onzichtbare oorzaak’ en ‘een werkelijkheid geworden onwaarschijnlijkheid’.
Ik kom er verder niet uit en besluit dit denkwerk op een ander tijdstip voort te zetten. Ik kijk nog even bij de typering van de boogschutter :een reiziger die altijd op zoek is naar wijsheid en de zin van het leven.
Mooi,voor vandaag heb ik in ieder geval genoeg wijsheid gevonden.
Tijd voor de krant en een kop koffie.
Op de laatste pagina check ik, voor de zekerheid, nog even mijn daghoroscoop. Ongelófelijk, het staat er écht : Je hebt vandaag zin om op reis te gaan. Creatief als je bent verzin je een bestemming en vertrekt.
Wat een tóéval!

maandag 2 november 2009

Nachtwerk


Als columnist ben je altijd op zoek naar inspiratie. Soms moet je je daarvoor beroepsmatig zelfs op plaatsen begeven, waar je anders niet zo snel zou komen. Met dit gegeven als alibi bevind ik me, samen met schrijfvriend M.,voor de deur van een Gooise nachtclub.
Jerommeke taxeert ons als ‘veilig’ en we mogen onze entree maken.
Als onze ogen eenmaal aan het duister gewend zijn, kunnen we concluderen dat wij met onze binnenkomst de gemiddelde leeftijd minimaal 10 jaar hebben opgekrikt.
We zijn duidelijk vreemde eenden in de bijt in deze ons-kent-ons-gezelligheidsclub.
Naast wat MTV-boys, voetballers en barrende mannen zijn er natuurlijk ook de kirrende meisjes en wiebelende vrouwen.
Vriend M. heeft al rap de volle aandacht van een barhangende leeftijdsgenoot(v). Hij blijkt echter professioneel genoeg te zijn om werk en hobby gescheiden te houden en toont zich dapper ónontvankelijk voor deze avances.
We drinken wat en gaan vervolgens snel van start met ons diepte-onderzoek; ‘Wie gaat hier uiteindelijk met wie mee om een beschuitje eten?’
Er wordt hierbij niet zozeer een beroep gedaan op onze cultureel antropologische inzichten, maar wel degelijk op ons concentratievermogen. Wat even een setje lijkt, blijkt dat opeens niet meer te zijn en visa versa. De wisselingen hebben een omloopsnelheid van zo’n 3 potentiële beschuiteters per minuut.
Desondanks dreigt ons onderzoek helaas te mislukken.De sluitingstijd nadert, maar er lopen nog steeds geen liefdesdronken stelletjes richting uitgang.
We besluiten af te taaien, we hebben tenslotte al lang genoeg gewerkt.
Ik bezoek nog even snel de ‘dames’, alvorens de terugreis te gaan aanvaarden.

Daar word ik wreed geconfronteerd met de realiteit.
De vloer van het toilet ligt vol gebruikte condooms.
In deze tijd neem je je lief dus gewoon even mee naar het toilet en je doet je‘ding’, vervolgens drink je nog een drankje samen and that’s ít. Beschuit is uit.
Ik ben niet meer in staat om al deze nachtclubobservaties te verwerken.
Voorlopig voel ik alleen nog maar de behoefte om héél diep onder de dekens te kruipen.
En héél lang.En héél misschien kom ik er ooit nog uit, maar dan alleen voor beschuit.