zondag 14 juni 2009

Ladylike


Collega E. introduceert mij in de wereld van de ladyphone. Het ziet eruit als een gangbare mobiel, maar blijkt verrijkt te zijn met een scala aan mogelijkheden waar, zo predikt Zij, een beetje vrouw niet buiten zou moeten kunnen. Zo houdt Zij je menstruatiecyclus bij en geeft een seintje wanneer de eisprong zich aankondigt, opdat je weet of je je wel of juist niet in je nieuwe La Dekkers moet hijsen. Vervolgens bevat Zij een agenda, spiegel, fototoestel en boodschappenlijstje. En, last-but-not-least, als je met Haar je culinaire uitspattingen deelt, weet Zij je precies te vertellen hoeveel calorieën je genuttigd hebt. Daar komt nog bij dat je voor hetzelfde geld op de hoogte wordt gehouden van de laatste ‘must-haves’ en heb je er als het ware een online-stylingcoach bij.
O ja, je kunt er ook nog mee bellen. Ik mis eigenlijk alleen nog een ingebouwde ladyshave en een nagelgarnituurtje.
Dit maakt mij buitengewoon nieuwsgierig naar de mannelijke variant, hoogst waarschijnlijk genaamd ‘de gentlephone’.
Ik hoop dat deze, overeenkomstig mijn manbeeld, één ding gewoon heel goed kan, in dit geval bellen.
Maar…. naar alle waarschijnlijkheid geeft Hij hem seintjes wanneer het secretaressedag is en idem over wanneer de trouwring af moet en weer om, op zijn trouwdag bestelt Hij automatisch een romantisch boeket en alarmfase 1 kondigt zich aan als de sluitingstijd nadert van het kinderdagverblijf. In plaats van het boodschappenlijstje kun je alle internationale voetbaluitslagen oproepen en met een eenvoudig rekensommetje berekent Hij de spiermassa des eigenaars.
Uiteraard avontuurlijke lay-out, waterbestendig, voorzien van een ingebouwd waxinekaarsje voor romantiekmomenten en op de koop toe word je op de hoogte gehouden van vernieuwende en steekhoudende openingszinnen.
Wat ik onbewust al wist zie ik hier bevestigd: de emancipatie blijkt grotendeels een farce :-)

Mannen hebben geluk.


Ik zit nog midden in het verwerkingsproces van het feit dat ik de magische grens van 40 al enige tijd gepasseerd ben. Zodra je, door een jong ‘ding’, geadviseerd wordt crème te gaan gebruiken voor de RIJPERE huid, zijn de aardappels gaar. Dan begint het camoufleren van leeftijdsadequaat verval en het rouwen om vervlogen jeugdigheid.
Mannen hebben geluk. Daar waar vrouwen zich arm kopen aan potjes crème die nooit hun beloftes nakomen, is er voor de mannencrèmes nog weinig aftrek. De gerijpte mannelijke huid straalt namelijk levenservaring uit.
Wanneer mannen van mijn generatie kale plekken gaan vertonen, wordt kaalheid opeens verheven tot een aantrekkelijk modeverschijnsel. Dames, is ooit de ‘coupe grey’ in de mode geweest?
Als een man zichzelf in de spiegel bekijkt, verandert zijn werkelijkheid in een soort Hercules; wij dames zien in ons spiegelbeeld langzaam maar zeker rubensachtige massa’s ontstaan.
Bij vrouwen beginnen alle alarmbellen te rinkelen als we feiten en afspraken gaan vergeten. Mannen daarentegen kunnen zich hun leven lang beroepen op een, genetisch bepaald, selectief geheugen en gehoor.
Vrouwen moeten rond hun 40ste hun leven grotendeels op orde hebben, mannen zijn vruchtbaar tot in de lengte van hun dagen. Ze hebben dan ook alle tijd voor het vieren van een tweede jeugd en het bouwen van een tweede nestje.
Konden wij, dames, altijd nog met trots onze boezem eens flink vooruit steken, heden ten dage krijgen ook steeds meer mannen borsten en de daarbij behorende lingerie.
Mijn meelevende soortgenoten attenderen mij er nog even fijntjes op dat dit nog maar het begin is. Er staat mij op korte termijn minimaal nog de menopauze, urineverlies, haaruitval en botontkalking te wachten.
Toch is uit onderzoek gebleken dat vrouwen gelukkiger en optimistischer oud worden. Ook worden ze milder, met name minder kattig en jaloers.
Maar ja, wiens geluk is dát uiteindelijk weer?

woensdag 10 juni 2009

Het predigitale tijdperk

Ik heb mijn jeugd nog doorgebracht in het predigitale tijdperk. Een grotere generatiekloof is ondenkbaar. Voor degenen die zich daar niets bij kunnen voorstellen, hier een impressie van toen:
Lang geleden waren er geen computers. Er was zwart-wit t.v. met enkel en alleen twee zenders. In die tijd kwam ik ter aarde. Nu had ik voortvarende ouders en al snel kwam er een kleurentelevisie en vervolgens de eerste versie van een ‘spelcomputer’. Dat was een soort ‘streepjescodescherm’, waarop je door slechts je knuppel te bewegen met jouw streepje kon tennissen, squashen en voetballen. Als je toentertijd in de huiskamer deed, wat
wii-fittende volwassenen nu vol overgave voor het open raam staan te doen, werd je daarvoor opgepakt en in een dwangbuis afgevoerd.
Communicatie vond met name ‘life’ plaats, of anders via de post, de vaste telefoon en in uiterste gevallen per telefax. Meer smaken waren er niet.
Hoe anders in de huidige digitale jungle.
Het blijft voor mij een onbegrijpelijk wonderding, waarmee ik de mogelijkheid heb tegelijkertijd Cd’s te beluisteren, te chatten, te mailen en te googlen naar allerhande informatie. Ik leg binnen een paar secondes contact met Australië, Spanje en Amsterdam. En toch zullen wij nooit echt maatjes worden, het ding en ik. Wij hebben niet de klik. Ik blijf wantrouwend t.a.v. dit fenomeen dat zomaar mijn leven binnengedenderd is.
En dan gaat ie opspelen, hè. Je opent je mailbox om vervolgens overladen te worden met nonsensberichten die op antwoorden wachten, op het moment suprème krijg je de PowerPoint niet aan de praat, lappen tekst (die per abuis niet volgens de reguliere wijze opgeslagen zijn) verdwijnen voor eeuwig onvindbaar in het universum, de pech hebben de computer met een eigen wil en inbreng te treffen en ga zo maar door.
Om de stress wat te hanteren waag ik me maar aan een spelletje Tetris. Dat dan weer wel.

zondag 7 juni 2009

Lonken naar het verleden.


Ik logeer een nachtje bij vriendin K. Dit is onvermijdelijk na een avond womens-talk waarbij het spraakwater rijkelijk gevloeid heeft. De volgende morgen betrachten wij enige helderheid te creëren met een kop sterke koffie. “Wie heb jij al op schoolbank teruggevonden?”vraagt vriendin K. “Ik? Nooit gedaan, hoezo?”
Met de vriendin K. zo eigen, beroepsmatige, overredingskracht word ik achter het scherm gezet en voor ik het weet ben ik ingelogd op schoolbank. Ik krijg de smaak te pakken, stuur zelfs wat berichtjes rond. De komende dagen voel ik me als een kind in een snoepwinkel, ik probeer van alles uit. Vervolgens raak ik wat verveeld. Gelukkig heeft vriendin K. de “verleidelijke grote zus’’ van schoolbank paraat, “jij bent toe aan hyves”. Ze helpt mij aan een kek profiel, hup foto erbij en go! Ik laat mij leiden door dit virtueuse pretpark. Maar toch, degenen die ik ECHT zou willen vinden, vind ik niet. Na een intensieve zoektocht heb ik nog steeds maar 2 vrienden, en dat is zelfs online een meelijwekkend resultaat.
Oké, vriendin K. heeft nog één troef: linkedin, de ‘serieuze grote broer”. Ik werk hard aan een indrukwekkend profiel en ga aan het ‘linken’ naar verloren contacten. Het werkt verslavend, ik ben niet te stoppen.
Maar dan is er dat moment van inkeer ; Waar ben ik eigenlijk mee bezig?
Ik pretendeer gewoon te willen weten hoe het met ze gaat, hoe ze er nu uit zien, wat ze doen, of ze kinderen hebben enz. Ook al neigt dit sterk naar voyeurisme.
Maar eerlijkheidshalve moet ik toegeven waar het me echt om te doen is : even wil ik weer figureren in het leven van deze ex-vriend(in). Een hoofdrol of een bijrol spelen in diens gedachten, maakt niet uit. Even lonken naar vervlogen tijden als het meisje van toen.

Dutch Blond


“Nederlanders doen te weinig aan hun imagebuilding” lees ik in een gerenommeerd opinieblad. Dit nodigt uit tot nader onderzoek.
Ik raadpleeg mijn online-critical-friend Guy uit Australië inzake zijn kennis over ons land en haar inwoners. Guy is van de snelle respons en al rap mailt hij me vol enthousiasme zijn kennis. “Ah..the Netherlands…” , gepaard met een legioen smileys. Dit schept verwachtingen: ik ben ervan overtuigd dat Guy een realistische kijk heeft op de hedendaagse Dutchman/woman. Leest u de volgende bloemlezing even mee:
“De gemiddelde Nederlandse jonge vrouw is blond met blauwe ogen, heeft een look-a-like-Barbie-postuur, loopt op klompen, woont in een molen met een tuin vol bloeiende tulpen. Op vrijdagmiddag echter gaat ze helemaal los in The Bulldog onder het genot een of meerdere ontspannende blowtjes.
En de mannen? Die zijn veelal dik en onaantrekkelijk en ze dragen ‘lederhosen’ en groene petjes”.
Zeg nou zelf, wie herkent zich hier nu niet in?
Ik verheug mij alweer mateloos op de vrijdagmiddag en mijn man is heel happy met zijn kekke groene petje. Met dank aan Guy.
“Hey mate, ik zie je zo gaan als klein jongetje per kangoeroe naar school. Je droomde ervan om Flying doctor te worden. Inmiddels ben je de trotse bezitter van schapenranch met een enorme backyard vol rubberbomen en koala’s. Een strakke en gebruinde torso, jeans en bier, vooral veel bier”.
Het zit mij toch niet helemaal lekker en het zet mij aan het denken. Ons vaderland, WIJ hebben New York tenslotte ontdekt. Helden zijn we, wereldveroveraars. Dat geniet toch wereldwijde bekendheid en waardering?
Dan ontvang ik nog een aanvullend mailtje van Guy: ‘Oh yeah, I just remember, there was something about…milkmaids?’
Dutch and blond, hoezo geen image.

De Poetsman


Je hebt mannen, in al hun variaties, en je hebt de MAN.
Buurman N. is een MAN.
Buurman N. heeft zijn schaapjes op het droge. Vliegt de wereld over als piloot. Postuur ‘Jerommeke’, aardige hond en een ‘hem behagende’ vrouw. Zijn vrouw begrijpt hem goed: een man van zijn allure kun je niet lastigvallen met zoiets triviaals als het archiveren en kuisen van de huisraad.
Weinig verrassend is het dan ook dat buurman N. geheel volgens de protocollen het proces naar zijn 40ste verjaardag heeft afgelegd. Daar waar de gemiddelde man genoegen neemt met een M, gaat buurman N. voor de XL. Zijn expansiedrift zorgde voor de XL-aanbouw aan en op het huis, de XL-auto, XL vakanties, enz.
Maar zijn ultieme droom werd pas werkelijkheid op zijn verjaardag: een motor…jawel, de XL onder de motoren: een Harley. (inclusief de onmisbare accessoires als kekke helm, leren motorjack, bijbehorende laarzen en stoer mondlapje).
Afijn, de lente kwam eraan en zoals het een goede buur betaamt, wenste ik hem veel plezierige ritten toe. Dat zijn de geneugten des Harleys, dácht ik. Maar niets bleek minder waar te zijn.
Buurman N. zet nu dagelijks zijn Harley onder zijn (XL-) carport. Dan pakt hij een krukje en zijn vrouw brengt hem een cappuccino . Vervolgens begint hij aan zijn dagtaak; met een zacht doekje poetst hij liefkozend en met minutieuze beweginkjes zijn Harley, met de gedrevenheid en precisie van een chirurg.
In een visioen zie ik mijn lieve oma haar tafelzilver poetsen. En na de gedane arbeid diezelfde blik van voldoening : zichzelf streeploos kunnen aanschouwen in het gepoetste zilver.
Soms krijgt buurman N. Harleyvrienden op bezoek, het zal je inmiddels niet verbazen wat ze dan doen: ZE POETSEN SAMEN !!
Ik ben weer een illusie armer: wat een getut, zo’n ‘tough’ rider.
Het leermoment: Harleymannen hebben ruime poetservaring.