
(16 t/m 20 september ’09)
Hein bestelt een nog dubbele espresso bij het vriendelijk ogende meisje. Gisteravond reünietje gehad met de vrienden van weleer: potje biljart, drank en veel verhalen. Hoe krijg je ruim 30 vervlogen jaren bijgepraat?
Hein heeft zich door alle verhalen heen vooral laten leiden door zijn eigen indruk. Bert met zijn ranzige grappen, maar die thuis niets te vertellen heeft. Rijke Mats met zijn snelle baan, interessant druk doende met zijn nieuwste model BlackBerry. Jerom, die het naar eigen zeggen nog erg goed doet bij ‘de vrouwtjes’, naast zijn eigen exemplaar. De zorgelijke Wilbert, met zijn totaal ontspoorde zoon. De enige die echt wat geluk uitstraalde was Jon, maar ook wel erg vermoeid door de slapeloze nachten die zo’n ‘tweede leg’ met zich meebrengt.
En toen kwam hij uiteindelijk zelf ook aan de beurt : “En jij, Hein?”
Tja, en ik? “Nou ja, ik heb eigenlijk heel veel dingen gedaan: hier en daar gewerkt, gereisd, veel sporten, studie filosofie, tijdje gefotografeerd en nu ehhh… nou ja van alles dus. Ik ben alleen, heb wel wat relaties gehad, maar nu dus even niet”.
Het bleef even stil. “Dus je hebt niets meer met je HEAO gedaan?”.
Hein voelde zich uiterst ongemakkelijk en had enorme spijt van zijn aanwezigheid.
“Màn, zullen we ruilen; ik jouw leven, jouw lijf, jouw vrijheid. Jij mijn baan, vrouw en geld?” riep Mats uit. Er straalde oprechte bewondering uit zijn ogen. Hij kreeg bijval van de anderen. “Jezus man, nooit meer dat gezeik thuis”. “Jij bent het meest trouw aan onze jongensdromen gebleven”. “Shit man, nooit van jou verwacht”. Schouderkloppen en knikkende koppen volgden.
Vroeg in de ochtend beloofden ze elkaar een nieuwe meeting op hun 60ste en zochten vervolgens per taxi hun eigen leven weer op.
Hein heeft vannacht de slaap niet meer kunnen vatten. Hij voelt zich waanzinnig.
Het vriendelijke meisje vraagt hem: “Kan ik u nog ergens mee van dienst zijn, meneer?”
“Nou zeker”, antwoordt Hein knipogend, “Als je even hébt…”.