donderdag 24 december 2009

Plezierige meisjes


Deze column staat nu op www.liefdeenzo.nu .

Overal kom je ze tegen, die vrouwen en meisjes. En eigenlijk kunnen ze je gestolen worden. Zij kunnen bijvoorbeeld op hakken lopen, waarmee jij nog niet eens een zitfeestje kunt uitzitten. Jurkjes, die je jezelf met pijn in je hart figuurtechnisch hebt moeten ontzeggen, zitten hen als gegoten. Ze gebruiken waarschijnlijk dezelfde crèmes, maar alleen op hún huid komen deze hun beloften na. Vluchtig en zonder spiegel weten zij hun haar sjiekennonchalant op te steken, terwijl jij voor hetzelfde resultaat minstens een bus lak leeg moet spuiten. Nooit eens een badhairday, of godbetert, een pukkel op hun kin. Zulke vrouwen en meisjes bedoel ik dus.
Vriendin en ik zitten ,voorafgaand aan een dagje statten, aan een cappuccino. De sfeer zit er goed in. We maken opgewekt een plan de campagne, opdat we geen hoogtepunten missen. En dan komt ZIJ binnen. Ze is lang,heeft blond glanzend haar, stralend blauwe ogen en een akelig kort rokje aan. Met haar handen vol veelbelovende tasjes kijkt ze nonchalant om zich heen en neemt vervolgens plaats aan een tafeltje middenin het café. Gesprekken verstommen, zowel bewonderende als afkeurende blikken gaan haar kant op. Ze wekt de schijn zich hier totaal niet van bewust te zijn, maar wij weten wel beter. Deze vrouwen en meisjes zou de toegang tot openbare gelegenheden ontzegd moeten worden. Ze vormen namelijk een serieuze bedreiging voor het welbevinden van hun soortgenoten. Bij de meeste aanwezige mannen gebeurt er van alles, de testosteron doet zijn werk goed. ‘Plezierig meisje’, lispelt de man naast ons zijn vriend toe. Wij rekenen af en laten het tafereel voor wat het is.
‘Kijk’, zegt vriendin, ‘die laarzen had Miss Perfect van daarnet ook aan’. Ze wijst naar hele hoge laarzen in de etalage met onmogelijk hoge hakken en een prachtige slanke leest.
’Passen?’vraag ik haar. Waarom ook niet.
Vriendin heeft mooie, doch niet al te slanke kuiten. Ze wurmt zich stukje bij beetje in een laars. Wiebelend staat ze op een laars en een sok voor de spiegel. Tja, we moeten helaas toegeven dat ook dit weer meer iets is voor HAAR. Hij kan weer uit. Tenminste…hij kan níét meer uit. Ik trek eerst voorzichtig en vervolgens steeds wat harder aan de laars. Geen beweging in te krijgen. Vriendin verliest zichzelf in een lachstuip. Een verkoopster die zich zorgen begint te maken over haar koopwaar, komt helpen. Langzaam maar zeker bevrijden we de inmiddels paars aangelopen kuit uit de slanke leest. Vriendin en ik rollen om van het lachen.
Onze dag kan niet meer stuk. Wat nou, plezierige meisjes. Meisjes mét plezier, die zijn veel leuker.

maandag 21 december 2009

Voornemens


Het is bijna weer zo ver. Het einde van het jaar is in zicht. Dit moment leent zich bij uitstek voor het publiekelijk uitspreken van goede voornemens. Je kunt er dus maar beter van te voren over na hebben gedacht. Ik hoef me gelukkig niet te lang te verdiepen in de gangbare voornemens. Ik rook zelden, heb mijn drinkgedrag nog redelijk onder controle, ik eet bij voorkeur gezond, ben actief en ik hoef ook niet zo nodig af te vallen. Het vergt dus het wat betere denkwerk om met een goed verhaal te kunnen komen. Natuurlijk heb ik wel wat minder fraaie gewoontes, maar ze zitten me nog niet zodanig in de weg dat ik er veel energie in wil steken om deze te veranderen. En iets afleren waar je eigenlijk best van geniet, vind ik ook nogal zinloos. Daar word je namelijk vooral chagrijnig van.
Laat ik dan maar eens terugblikken op het afgelopen jaar.
Het was voor mij in alle opzichten het jaar van de keuzes.
Ik maakte bijvoorbeeld een bewuste keuze voor het plezier in mijn werk boven het maken van een carrièrestap. Nog steeds sta ik hier volledig achter, het was ,op de valreep ;-), de juiste keuze. Mijn drive is het werken met en voor kinderen, binnen een goed en hecht team.
Hobby’s wisselden elkaar af voordat ik de juiste combinatie had gevonden. Na een korte try-out hardlopen, bleek ik toch meer geschikt voor robuuste boomhakkerij en intensieve trommelsessies.
Er kwam ook een behoefte in mij op om te gaan schrijven en ik ben het gewoon gaan doen.Het heeft mij uiteindelijk zelfs tot een completer mens gemaakt. Het geeft me een enorme boost en daagt me uit. Het laat me denken,fantaseren, beleven, verwoorden, relativeren en worstelen met taal.
Ik heb een kring van mensen om me heen die mij dierbaar zijn. Ik heb ook nieuwe mensen leren kennen waar ik me goed bij voel. Maar zo zijn er ook mensen uit mijn leven verdwenen, om wat er niet meer blijkt te zijn. Jammer, maar ook onvermijdelijk.
Maar wat het belangrijkste verschil met voorgaande jaren is, is dat ik dit jaar vooral vanuit mijn hart heb gekozen. En wat goed voelt, blijkt dat ook meestal te zijn. Het leek soms spannend, maar bleek uiteindelijk toch zo voordehandliggend.
Mijn voornemens zijn dit jaar dan ook niet zo groots en verrassend. Wie leeft vanuit zijn hart en verlangens, kan namelijk niet stuk en staat nooit stil. Het is mijn beste keuze ooit.

woensdag 9 december 2009

Genetisch bepaalde rotzooi


Deze column stond laatst op fok.nl.Naar verwachting heeft deze column minder views opgeleverd dan de vorige. Ligt het aan het onderwerp, de inhoud, of was de titel te weinig prikkelend?
Nou ja, oordeel zelf maar ;-)

Genetisch bepaalde rotzooi
Ik mis een gen. Niet zomaar een gen, maar een vrij cruciaal exemplaar, namelijk het zogenaamde opruimgen. En een gen dat je zelf niet bezit, geef je ook niet door aan je nakomelingen. Het is dan ook altijd rommelig in ons huis. Mijn man heeft het gen wel, maar is duidelijk niet opgewassen tegen vier genloze huisgenoten. Dat schijnt nóg erger te zijn dan het gen moeten missen, als ik ‘m mag geloven.
Het is niet zo dat ik een grondige hekel heb aan opruimen. Het komt er op de een of andere manier gewoon niet van. Ik doe wel eens een poging. Ik ben inmiddels dan ook al vrij ervaren in het hergroeperen van losse voorwerpen en het maken van mooie stapeltjes. Zelf herken ik daar meestal wel een structuur in. Ook rommel heeft namelijk een systeem; dingen die je vaker nodig hebt liggen bovenop en de rest eronder. Chaos is uiteindelijk ook een vorm van creativiteit. Maar soms wordt het zelfs mij te erg. Dat valt meestal samen met mijn maandelijkse dip. Dan valt het me opeens op dat er door de samenscholende rommel knelpunten in huis zijn ontstaan, bijvoorbeeld op de trap, voor de deuren en op de kasten.

Ik krijg geen extra blij gevoel bij een opgeruimd huis. Ik behoor ook niet tot de 55% van de vrouwen die tijdens het reclameblok snel nog wat rommel wegwerken. Zelfs de lentezon weet mij niet uit te dagen tot een grootse schoonmaak, wel tot het nemen van een pril zonnebad. Het zit blijkbaar niet zo in mijn natuur.

Soms komt mijn gemis ter sprake in gezelschap. Na wat onthullingen wordt er dan wat meewarig naar mijn man gekeken. ‘Ze heeft ‘m er vast ingeluisd…’. Ik word duidelijk gezien als een soort miskoop, zijn kat in de zak. Vervolgens beginnen de vrouwen zich te beklagen over de geringe opruimactiviteiten van hun mannen.
In die gezinnen heersen namelijk de normale verhoudingen. Daar zijn de vrouwen in het bezit van het opruimgen en de mannen niet. Die zitten daar overigens ook niet zo mee. Maar uiteindelijk draven hun vrouwen zo door dat de mannen niets anders rest dan zich te gaan verdedigen.
Weet ze nog wel dat hij vorige week zo lekker gekookt heeft, en die week daarvóór dan , toen heeft hij nog bijna de hele garage opgeruimd…enz.enz. De vrouwen stapelen vervolgens de Klaagmuur steeds wat hoger op, de mannen proberen ‘m omver te schoppen.

Mijn man geeft mij dan maar een knipoog. Hij vindt dat hij boft met mij; ik zeur zelden. Ik ben namelijk van nature een opgeruimd type.

zondag 6 december 2009

De heilige koe

Sinds kort schrijf ik ook columns voor de lifestyle-en datingsite Liefde&Zo.
Het is leuk om eens een kijkje op deze site te nemen.
En voor de vrijgezellen onder ons, inschrijven is nu nog gratis!
Dit is mijn eerste column op Liefde&Zo:

Mijn buurman houdt van zijn auto. Zodra zijn agenda en het weer het toelaten, wast en poetst hij zijn bolide liefdevol glimmend schoon. Ik weet zeker dat hij ook van zijn vrouw houdt, maar ik vraag me af of zij ook zo frequent een Vipbehandeling van hem krijgt. Ik denk het eerlijk gezegd niet. Dat doet me denken aan een datingtip voor mannen, die ik laatst las : ‘Ga niet samen met je auto op de foto. Je wekt daarmee de indruk dat je auto belangrijker voor je is dan een vrouw’.
Veel mannen hebben een sterk emotionele verstandhouding met hun auto. De fascinatie voor vernuftige techniek overtrokken met een strakke carrosserie is grotendeels genetisch bepaald. Maar er spelen ook andere factoren mee. Uit een brits onderzoek is namelijk gebleken dat het voor vrouwen weldegelijk uitmaakt in wat voor auto een man rijdt. Ze lezen hier zijn status en rijkdom aan af en dat maakt hem meer of minder aantrekkelijk.
De auto leent zich dus bij uitstek goed als statussymbool en imagebuilder. Ze vertellen een verhaal over de eigenaar; is hij flitsend en sportief, rijk of juist berooid, alternatiefdenkend, sexy , stoer of een trotse gezinsman. Mannen zoeken hun auto daarom met zorg uit op merk, soort en categorie. Met het juiste voertuig voor de deur kunnen ze laten zien wie ze zijn en wat ze hebben. Zo wordt het vervoermiddel verheven tot een deel van henzelf. En met het poetsen van zijn auto, poetst de man tegelijk zijn ego weer wat op.
Maar ook vrouwen hebben de auto ontdekt . Langzaam maar zeker slagen ze er in het stigma te ontkrachten dat ze hun auto slechts selecteren op kleur, praktische mogelijkheden en veiligheid. Strakke banen met riante salarissen en status maken vrouwen tot geliefde klanten in de hedendaagse autobranche. De markt is inmiddels verrijkt met een breed scala aan modellen die voldoen aan de eisen van de nieuwste vrouwelijke stijlaccessoire. Hiermee kunnen ze de buitenwereld vertellen hoe populair, belangrijk of hip ze zijn. Vrouwelijke favorieten zijn momenteel de minicooper, de whatever-in-cabrio-uitvoering of juist extravagant groot en stoer.
Voor singles biedt bovenstaande verrassende mogelijkheden. De zoeker naar de ware die geen tijd of zin heeft in het uitgaansleven, kan voortaan gewoon tijdens het woonwerkritje deelnemen aan het cardaten. ‘Show me your car and I know who you are’.Met name de file biedt de mogelijkheid eens rustig om je heen te kijken naar een aantrekkelijke bumper of een strakke autotorso. Als je dan ook nog eens de oogcontacttips van Tijn* weet in te zetten, dan is succes verzekerd.

* Tijn is ook columnist op Liefdeenzo. Hij heeft van (werk)flirten zijn werk gemaakt. Zijn laatste column gaat over oogcontact maken, vandaar ;-)

maandag 30 november 2009

Het priem(a)getal 43


De vrouw van Berlusconi eiste het luttele bedrag van 43 miljoen van hem. 43% van de vrouwen voelt zich jonger dan ze in werkelijkheid zijn. ‘43’ is een heerlijk Spaans likeurtje en 43% van de vrouwen koopt regelmatig iets leuks voor zichzelf. 43% van de 43-jarige vrouwen willen vaker seks, daar de helft van gaat vreemd en van de andere helft fantaseert 43% over dingen die ze nooit zouden doen. Verder vindt 43% van de vrouwen dat de man bij een eerste etentje moet betalen, maar wil 43% verder wel onafhankelijk zijn. Maar liefst 43% van de vrouwen kiest voor functioneel en sportief ondergoed, terwijl ook weer 43% regelmatig investeert in mooie lingerie.

Dit is nog maar het topje van de ijsberg. Vrouwen hebben iets bijzonders met het getal 43. Het getal 43 heeft over alle vrouwen wel iets te vertellen. Het is een soort magisch ‘vrouwengetal’.

Nog even, dan ben ik zelf 43 jaar. Voorheen had ik me nooit kunnen bedenken dat ik hier zelfs naar zou uitkijken. Maar ik schaar me graag onder de vrouwen van 43 jaar.

Zowel mentaal als fysiek zijn we op ons hoogtepunt. We voelen ons mooier, leuker, spannender en veelomvattender dan ooit. We zitten boordevol energie en laten ons niet meer gek maken door stressfactoren. We staan stralend en zelfverzekerd in het leven. We kennen en herkennen de geneugtes van het leven en weten deze op waarde te schatten. Ons levensmotto is ‘it’s now or never…’

En de mannen dan, wat hebben die eigenlijk met het getal 43? Niet zo veel, lijkt het. Maar niets is minder waar. Mannen spenderen namelijk 43 minuten per dag aan het kijken naar mooie vrouwen, naar óns dus. Dat plezier gun ik ze van harte!


Ik kreeg nog een prachtige aanvulling op mijn ode aan 43 en wel uit de wiskundige wetenschappelijke hoek!
Nu kan niemand meer twijfelen aan het unieke getal 43! Link:

http://www.math.leidenuniv.nl/~naw/serie5/deel010/dec2009/lenstra.pdf

zondag 29 november 2009

Plastechnieken


Deze column schreef ik laatst voor Fok.nl. Hij werd geplaatst op 25 november 2009 en heeft het goed gedaan met 2050(!) vieuws en 22 reacties.
Plastechnieken
Ik moet bekennen dat ik in mijn vorige column niet helemaal eerlijk ben geweest. Ik schreef daarin dat ik geen afgunstige gevoelens koester ten aanzien van het mannelijke lid. Er is echter een uitzondering. Het betreft niet het ding zelf, maar een praktische toepassing ervan; namelijk het eenvoudig en vrijelijk kunnen plassen in de buitenlucht.
Voor vrouwen is dat een hoop gedoe. Eerst moeten ze zich voor een groot deel ontkleden. Nu heb ik er doorgaans weinig moeite mee om mij ontkleed te laten bewonderen, maar met de broek half op de knieën voel ik me toch beduidend minder fraai. Dan diep door de knieën, onhandig manoeuvrerend om de straal niet over of in je schoenen te laten lopen. Vervolgens in standje ongemakkelijk de boel afdrogen met een zakdoekje. En waar laat je dat nadien dan weer? De finale is in zicht. Je kunt je broek weer ophijsen, waarbij je tot de vochtige conclusie komt dat de missie toch niet helemaal geslaagd is. Er is wel een zogenaamd plastuitje op de markt, dat het mannengemak tracht na te bootsen. Maar het blijft surrogaat. Het zal ook deels met mijn behendigheid te maken hebben, maar ik heb nog nooit van een man gehoord die bij te groot gebleken nood, uit de zijkant lekte.
Nee, dan de mannen. Al jong leren ze van hun vader hoe ze met hun frommeltje tegen een boom kunnen plassen. Mannen plassen eigenlijk alleen in uitzonderingsgevallen op het toilet. Veel liever wateren zij in water, tegen bomen, van het balkon, in bermen en… in de wasbak. Met het plassen in de wasbak maken zij tegelijkertijd een krachtig statement. ‘Wie maakt me wat, ik doe wat ik wil, ik plas gewoon in de wásbak, weet je…’. Martin Bril schijnt een beducht wasbakplasser te zijn geweest, het liefst ‘en public’. Ook mannen die opnieuw vrijgezel zijn, luiden graag hun nieuw verworven vrijheidsstatus in door in de wasbak te gaan plassen. Zelfs al staat het toilet er naast.
Voor vrouwen zijn er weinig variaties mogelijk op het plassen in het toilet. De wasbak is sowieso al een mission impossible, zowel voor de vrouw als voor de wasbak. Met als gevolg dat rijen vrouwen noodgedwongen voor openbare toiletten hun plas staan op te houden, alvorens ze opgelucht hun blaas kunnen legen.
Het ophouden van de plas blijkt niet alleen ongemakkelijk, maar ook ongezond te zijn. Bij vrouwen kan dit leiden tot slappe of juist overactieve bekkenbodemspieren. In dat geval zullen ze zich voortaan moeten scharen onder de Tenaladies.
Mannen die niet alert genoeg omgaan met hun aandrang riskeren prostaatproblemen. Als remedie hebben vrouwen hiervoor het ‘nieuwe plassen’ bedacht. Mannen kunnen op deze manier goed uitplassen en eventueel nadruppelen, het toilet blijft langer fris en schoon én de bril staat altijd goed. Alleen de mannen zelf, die gooien roet in het eten. Ze weigeren het gewoon, te gaan zítten op het toilet. ‘Ik ben toch geen wijf!’reageren ze fel.
Doorgaans begrijp ik weinig van het fenomeen man. Maar deze ene keer ben ik het helemaal met ze eens. Hier moeten wel afgunstige vrouwelijke wraakgevoelens aan ten grondslag liggen.
Mannen, laat het er niet bij zitten, je staat in je recht!

Verwijderen Annuleren

zaterdag 14 november 2009

Middelmaat


Het is allemaal een beetje langs me heen gegaan, die hele mediahype over onder- en overgewicht. Af en toe zag ik op tv of in de krant wel dikke mensen of juist graatmagere modellen aan me voorbij komen, maar de berichtgeving rond deze fenomenen deden mij vrij weinig. Met beide doelgroepen voelde ik totaal geen verwantschap.
Tot voor kort dan.
We zitten aan de keukentafel en luiden het weekend vast in met een glaasje wijn.
‘Het begint écht na je veertigste,’, begint vriendin S. sombertjes, ‘Je taille verdwijnt gewoon, niks helpt meer, hè?’. Ik ben gelijk op mijn hoede. Het venijn zit hem in het woordje ‘hè’. Ze herkent in mij blijkbaar een lotgenoot als 'veertiger met de verdwijnende taille'.
Wég weekendgevoel, dit is namelijk een hele ernstige zaak. Als vriendin S. weg is, haast ik mij naar de spiegel en bekijk mezelf kritisch. Tja, ik moet haar gelijk geven, een beetje tenminste. Een zandlopermodel ben ik niet meer. Waar op de rit ben ik dat verloren, of eigenlijk; wanneer en met wat werd dit opgevuld? Ik heb geen idee wat ik ooit woog of nu weeg. Ik heb in mijn hele leven nog nooit een weegschaal in huis gehad, waarom zou ik ook.
Maar de spiegel bedriegt niet, er is meer van mij dan ooit.
Hier moet een goed actieplan op komen met als doel een verantwoord beweeg- en eetpatroon.
Ik sluit mij per direct aan bij de plaatselijke hardloopclub. Na een maand afzien durf ik toe te geven dat het mij niet lukt om in dé loopflow te komen. De endorfinetoevoer, waar de anderen zo hoog van opgeven, zit bij mij duidelijk verstopt. Ik geef het op.
Het verantwoorde eetpatroon houd ik iets langer vol. Ik eet vrijwel geen suikers en vetten, maar juist vooral zuur en bitter, om alles wat slecht is af te breken. Dapper probeer ik mezelf ervan te overtuigen dat yoghurt met grapefruit eigenlijk best een smakelijke combinatie is. Totdat het mensen uit mijn directe omgeving gaat opvallen dat ik er ook zuur van ga kijken. Er zijn grenzen.
Vervolgens probeer ik via de media wat wijzer te worden, maar de berichtgeving is nogal ambivalent. Daar waar de Dove-producent ons wil doen geloven dat zachte rondingen mooi en vrouwelijk zijn, beweert Karl Lagerveld dat niemand bepaald zit te wachten op vrouwen met ronde vormen.
What the hack! Wat vind ik er eigenlijk zelf van. Ik ben niet tenger, maar ook weer niet zwaarlijvig; niet pover, maar ook niet enorm; niet mager, maar ook niet corpulent; niet al te dun, niet al te dik, maar gewoon middelmatig. Daar kan ik goed mee leven. ‘Middelmaat siert de straat’ tenslotte.

donderdag 12 november 2009

Penisnijd


Sinds gisteren staat mijn derde column op Fok.nl. Dit is 'm.
(alleen voor 18 jaar en ouder ;))

Penisnijd
Het is al weer heel wat jaren geleden dat Marjolijn als leerling bij mij in de klas zat. Vergeten doe ik haar nooit. Marjolijn bleek bij haar geboorte behept met ambigue geslachtsorganen. Omdat het operatietechnisch moeilijker was om haar een natuurlijk ogend mannelijk geslachtsorgaan te geven, werd ze een meisje. Maar ze was geen meisje. Ondanks de rokjes en staartjes, huisde er een jongen in Marjolijn. Een hele boze jongen die een piemel wilde.

Ik kan me goed voorstellen dat het mannelijke lid zich niet gemakkelijk laat reproduceren. Zuiver esthetisch gezien zou het fraaier kunnen, maar functioneel gezien is het een wonderding.
Het is de afvoerbuis van urine, de geluksbrenger van vruchtbaar vocht en ook nog eens verstelbaar in verschillende groottes en standen. Dit alles onder de supervisie van het bovenkamertje, de hersenen. Kom er maar eens op!

Na jaren van zelfstudie, durfde Freud zelfs te stellen dat alles in het leven draait om dit edele deel. In zijn optiek verlangen vrouwen hevig naar het krijgen van kinderen als vervanging van dit geliefde object. Ook tijdens geslachtsverkeer trachten de dames slechts hun diepste wens te vervullen, namelijk het stelen van de penis van de man, door deze zo diep mogelijk in zich op te nemen. Leuk bedacht. Maar psychoanalyticus hoef je er niet voor te zijn ; hier is gewoon een man aan het woord die trots is op zijn gevalletje.

Wat mij vooral verrast, is dat er een direct lijntje blijkt te lopen tussen de hersenen en het zwellichaam. Ik zou ze zelf zo één twee drie niet met elkaar in verband hebben gebracht.
Via de ogen registreren de hersenen aantrekkelijk schoon en vervolgens worden de takel- en groeiprocessen in werking gezet. Ik was in de veronderstelling dat de penis een vrijwel zelfstandig functionerend onderdeel van de man was, waarbij tijdens momenten van reuring de hersenen juist op non actief werden gesteld.
Of intellectuele vermógens ook van invloed zijn op de grootte en gevoeligheid van de jongeheer, dat moet nog nader onderzocht worden. Maar het staat als een paal boven water dat de meeste mannen zich eerder tekort gedaan voelen bij een tegenvallend formaat van hun mannelijkheid, dan bij een benedengemiddeld intellect.
Mannen zijn fier op hun kameraad. Ze geven hun lid graag koosnaampjes, variërend van een stoer ‘snikkel’ tot een vertederend ‘jongeheer’. Ze hebben graag hun zaakje goed voor elkaar.

Ik hoop van harte dat Marjolijn inmiddels door het leven gaat als Marc of Jol, mét de gewenste piemel van formaat. Mij heeft de penis, in al zijn variaties, nooit kunnen verleiden tot jaloerse gevoelens. Ik voelde me altijd op en top meisje, later vrouw, en daar hoort ie nu eenmaal niet bij.
Niet dat ik niet af en toe zin heb om er een te bezitten. Dan leen ik er gewoon een.

zondag 8 november 2009

Goddelijk vocht


Het overkomt me deze keer totaal onverwacht.
Soms laat ik het er op aan komen. De herfst leent zich bijvoorbeeld bij uitstek voor wat melancholisch drama.
Maar nu ben ik niet voorbereid, sterker nog, ik heb er helemaal geen zin in.
Waarschijnlijk was er al een weemoedige gemoedstoestand in wording, slechts latent aanwezig, nog onwetend van wat de katalysator op de radio los zou gaan maken.
Maar zodra ik UB40 red red wine hoor inzetten, is het gebeurd met mij. Ik zak nog net niet door mijn benen, maar alles aan mij wordt week. Ik ben kansloos en word overspoeld door een gevoel van zachte treurigheid.
Er zijn maar weinig mensen in staat dezelfde uitwerking op mijn gemoed te hebben als die van rode wijn, zelfs in bezongen vorm. Nu wil ik er ook helemáál doorheen: ‘ik wil rode wijn drínken, ik wil de wereld verbeteren, want er is zoveel onrecht en ik wil, ik wil droevig zijn en eigenlijk ook niet, is bijna 43 oud of toch nog een beetje jong, ben ik wel leuk genoeg en is m’n glas nu halfleeg of halfvol en..en…’
Nou ja, feitelijk gezien is m’n glas nu dus alweer helemaal leeg. Even bijschenken.
Hoe komt het toch dat deze godendrank mij altijd zo onderuit weet te halen?
Het hoort een genotsmiddel te zijn, bij uitstek voorbehouden voor gelukkige levensgenieters. Doorgaans reken ik mij zeker tot deze optimistische populatie.
Het nuttigen van rode wijn draagt zelfs bij aan een gezonder leven. Bij gematigde consumptie bevordert het de bloeddoorstroming, verlengt het je leven ( tenminste, dat menen de Fransen…) en verhoogt het significant het libido van de vrouwen ( tenminste, dat menen de Italiaanse mannen…). Ik heb alles geprobeerd; kruidig, droog, fruitig en vol van smaak. Verschillende smaken met allemaal dezelfde uitwerking.
Het is niet dat ik er dronken van wordt.
Mijn ego wordt dan ook eerder verkleind dan vergroot, mijn empatisch vermogen daarintegen eerder vergroot dan verkleind. Mijn slechte dronk vertaalt zich niet in agressie, maar juist in een onbevredigbare knuffelbehoefte, brothers-in-arms-verbondenheid.
Gelukkig, ik zie inmiddels al weer een lichtpuntje. Langzaam krabbel ik uit mijn niemendalletje.
Komende tijd laat ik me niet meer verleiden, neem ik me voor.
Ik beperk me slechts nog tot de witte variant; die brengt namelijk het béste in mij boven ;-)

De aanleiding ; http://www.youtube.com/watch?v=YrwFkByhlJo&feature=related
(link werkt weer niet (???), even kopiëren en plakken op google search)

zaterdag 7 november 2009

De boogschuttervrouw


Vriendin M. heeft een nieuwe hobby. Vol enthousiasme introduceert ze me in de wereld van de astrologie. Ik ben sceptisch.
‘Hoe kán het, dat jij er niets mee hebt. Jij voldoet helemaal aan de boogschuttervrouw’, reageert ze verontwaardigd.
‘Dé boogschuttervrouw?’ Ik blijf sceptisch.
‘Dat zijn vúúrtekens; idealisten vol energie en temperament, verlangend naar leven en avontuur. Optimistische, rusteloze en zelfstandige vrouwen’.
Ik besluit haar het voordeel van de twijfel te geven. Ik ben tenslotte wel eens beroerder omschreven. Ze geeft mij een dik boek mee, waar ik ‘alles’ in kan vinden. Het boek blijft weken dicht. Wel google ik af en toe eens op ‘boogschutter’. Wat ik daar lees, bevalt me. Ik heb in ieder geval een sterrenbeeld dat me aanspreekt.
Op een druilerige zaterdag vind ik de tijd om het boek in te kijken.
Astrologen menen dat ik niet alleen gevormd ben door milieu en erfelijke invloeden, maar ook door de toestand van het zonnestelsel en het tijdstip van mijn geboorte. De astroloog blijkt in staat gebeurtenissen te relateren en interpreteren aan de stand van de zon, maan en planeten op een bepaald moment.
Het komt tot dusver in ieder geval over als een intelligente wetenschap, ik kom zelf doorgaans niet veel verder dan herkenning van de grote en kleine beer.
Ik lees verder hoe de maan me mijn gevoelens kan tonen, de zon mijn diepste doelstellingen en drives kent en elke planeet afzonderlijk me ook nog eens als een soort röntgenapparaat van alle kanten belicht. Maar ik blijf sceptisch.
Is dit niet gewoon een uit de hand gelopen verzinsel, dat zijn ontstaansrecht ontleent aan een hardnekkige ontkenning van het verschijnsel toeval?
Maar wat is eigenlijk toeval? Al googelend vind ik ‘het zichtbare effect van een onzichtbare oorzaak’ en ‘een werkelijkheid geworden onwaarschijnlijkheid’.
Ik kom er verder niet uit en besluit dit denkwerk op een ander tijdstip voort te zetten. Ik kijk nog even bij de typering van de boogschutter :een reiziger die altijd op zoek is naar wijsheid en de zin van het leven.
Mooi,voor vandaag heb ik in ieder geval genoeg wijsheid gevonden.
Tijd voor de krant en een kop koffie.
Op de laatste pagina check ik, voor de zekerheid, nog even mijn daghoroscoop. Ongelófelijk, het staat er écht : Je hebt vandaag zin om op reis te gaan. Creatief als je bent verzin je een bestemming en vertrekt.
Wat een tóéval!

maandag 2 november 2009

Nachtwerk


Als columnist ben je altijd op zoek naar inspiratie. Soms moet je je daarvoor beroepsmatig zelfs op plaatsen begeven, waar je anders niet zo snel zou komen. Met dit gegeven als alibi bevind ik me, samen met schrijfvriend M.,voor de deur van een Gooise nachtclub.
Jerommeke taxeert ons als ‘veilig’ en we mogen onze entree maken.
Als onze ogen eenmaal aan het duister gewend zijn, kunnen we concluderen dat wij met onze binnenkomst de gemiddelde leeftijd minimaal 10 jaar hebben opgekrikt.
We zijn duidelijk vreemde eenden in de bijt in deze ons-kent-ons-gezelligheidsclub.
Naast wat MTV-boys, voetballers en barrende mannen zijn er natuurlijk ook de kirrende meisjes en wiebelende vrouwen.
Vriend M. heeft al rap de volle aandacht van een barhangende leeftijdsgenoot(v). Hij blijkt echter professioneel genoeg te zijn om werk en hobby gescheiden te houden en toont zich dapper ónontvankelijk voor deze avances.
We drinken wat en gaan vervolgens snel van start met ons diepte-onderzoek; ‘Wie gaat hier uiteindelijk met wie mee om een beschuitje eten?’
Er wordt hierbij niet zozeer een beroep gedaan op onze cultureel antropologische inzichten, maar wel degelijk op ons concentratievermogen. Wat even een setje lijkt, blijkt dat opeens niet meer te zijn en visa versa. De wisselingen hebben een omloopsnelheid van zo’n 3 potentiële beschuiteters per minuut.
Desondanks dreigt ons onderzoek helaas te mislukken.De sluitingstijd nadert, maar er lopen nog steeds geen liefdesdronken stelletjes richting uitgang.
We besluiten af te taaien, we hebben tenslotte al lang genoeg gewerkt.
Ik bezoek nog even snel de ‘dames’, alvorens de terugreis te gaan aanvaarden.

Daar word ik wreed geconfronteerd met de realiteit.
De vloer van het toilet ligt vol gebruikte condooms.
In deze tijd neem je je lief dus gewoon even mee naar het toilet en je doet je‘ding’, vervolgens drink je nog een drankje samen and that’s ít. Beschuit is uit.
Ik ben niet meer in staat om al deze nachtclubobservaties te verwerken.
Voorlopig voel ik alleen nog maar de behoefte om héél diep onder de dekens te kruipen.
En héél lang.En héél misschien kom ik er ooit nog uit, maar dan alleen voor beschuit.

zaterdag 31 oktober 2009

Wie dit leest is...........


Na een uit de hand gelopen kleursessie, waarbij het ‘ton sur ton’ effect nogal overdadig uitgevallen is, besluit ik het verder over te laten aan een professional; de kapster. Ze heeft gelukkig genoeg middeltjes op de plank staan om mijn ravage succesvol te bewerken tot een acceptabel resultaat.
Eenmaal onder de droogkap gezet, vraagt ze me of ik ondertussen iets te lezen wil. Dat wil ik. Ik ben benieuwd naar wat ze me zal geven. De Tina, Flair en Autoweek sluit ik bij voorbaat al uit. Ik hoop op iets met een hoog roddelgehalte gecombineerd met een verwaarloosbare waarheidsgetrouwheid. Dat is namelijk uitermate ontspannend voor de hoger opgeleide vrouw.
Maar, wat een deceptie, ze reikt mij vriendelijk de Libelle aan.
Ai, in de ogen van dit meisje oog ik dus als een Libelle-lievende vrouw.
Wat zegt dit over mij….?
Ik ben er van overtuigd dat je ‘bent’ wat je leest. De keuze van het leesvoer geeft mij meestal veel inzicht in en informatie over de lezer. Show mij je boekenkast en je bent een open boek voor mij.
Ben ik een Libelle-vrouw? Wat is dé Libelle-vrouw?
Volgens mij is dat een vrouw die altijd glimlacht en in bijzonder degelijke kledij taarten bakt, quilten maakt en heel veel tijd heeft om het hele huis te decoreren.
Ik kijk naar mezelf in de spiegel. Ik begrijp de verwarring. Mijn grijze cellen zijn bedekt met een ondefinieerbare, grijsdekkende substantie. Die witte megacape verraadt ook bepaald geen stijl en inhoud.
Dan bekijk ik ook het kapstermeisje eens goed. Wat zegt dit eigenlijk over haar….?
Ik ben de enige klant nog. Wachtend op de verlossende eindtune van mijn droogkap, drinkt ze een kopje thee en bladert ondertussen in de… Yes.
Gelukkig, alles valt weer op z’n plaats. Wat weet zó’n meisje er nu van.

donderdag 29 oktober 2009

De dag van óchi


(Mijn tweede column, zoals ie op fok.nl stond)

Vandaag wordt in heel Griekenland de heldendaad van dictator Metaxas gevierd.
Zijn krachtig ‘nee’ tegen Mussolini, of eigenlijk ‘óchi’ op z’n Grieks, resulteerde op 28 oktober 1940 in het terugdringen van de bezetters. Deze dag is dan ook uitgeroepen tot nationale feestdag.
‘Nee’ zeggen blijkt ook anno 2009 nog een hot item te zijn. Even googelen levert pagina’s vol cursussen en tips op. Je móét nee kunnen zeggen om mee te tellen in deze tijd. Het levert je van alles op; je houdt tijd over, je bewaakt je eigen grenzen, je hebt minder last van stress en je doet alleen datgene waar je zelf het belang van inziet.
Een kordaat ‘nee’ blijkt mannen beter af te gaan, het merendeel van de cursisten is vrouw. Zij leren hoe ze op een beleefde en vriendelijke manier een ‘nee’ kunnen verkopen. Vrouwen die de cursus net achter de rug hebben, kun je herkennen aan : “Ik denk er nog even over na…”. De realiteit is dat mannelijke neezeggers over het algemeen gekwalificeerd worden als ambitieus en gedreven, vrouwelijke neezeggers echter als ambitieus en bitchy.
Persoonlijk voel ik weinig sympathie voor de doorgewinterde neezeggers (m/v). Als tijgers bewaken zij hun eigen grenzen, voorkeuren en prioriteiten. Het zijn dan ook bij uitstek niet de neezeggers die op de werkvloer de vaatwasser aanzetten en vervolgens legen, het papier bij het kopieerapparaat en de suikerpot bijvullen of w.c.rollen vervangen. De neezegger gaat ervoor zijn ‘ding’ tot een succes te maken en laat zich niet afleiden tot niet terzake doende futiliteiten.
Als peuter was ik een veelbelovend neezegger: néé eten, néé slapen en néé de rest. Het koninkrijk Peets kende vele onderdanen, waarvan ik uiteraard geen ‘nee’ duldde. Het legde mij geen windeieren, zeker niet in combinatie met wat verbaal machtsvertoon. Na enige tijd werd het leven als éénpitter wat voorspelbaar en begon ik te onderhandelen met andere hoogheden. Eenmaal op de basisschool kreeg ik een sociale brainwash; hoe om te gaan met…, hoe je te gedragen als…,het principe van geven en nemen en opbouwende, opvoedkundige tips als: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.
Gelukkig kwam net op tijd de puberteit om de hoek. Ik betrad het schip om met gelijkgestemden, ‘me, my friends and I’, naar onze planeet af te reizen. Vanuit onze riante, soms wat benevelde positie, verbaasden wij ons collectief over zoveel domheid en onrecht op de wereld. Néé, hoe anders als wij het eenmaal voor het zeggen zouden hebben.
Op mijn 21ste kwam ik opnieuw ter aarde: de ruwe versie ‘volwassen Peets’.
Ik ervoer dat nee zeggen me inderdaad bracht wat het beloofde: rust, regelmaat en overzicht.
Maar hoeveel meer genoot (en geniet) ik van mijn ja’s. Het bracht onverwacht vrolijke, intense, ongerijmde, erotiserende en uitdagende wendingen in mijn leven.
Beste neezegger, probeer het ook gewoon eens. Haal die vaatwasser leeg en zing ondertussen Queens’ I want to break free. Knipoog olijk naar de onooglijke administratief medewerker en ervaar wat hartverwarmend is. Maak een praatje met je schichtige buurvrouw en ontdek de wereld van patchwork en dakpanschilderen. Bied je hulp aan bij een verhuizing en onderga de humor van een Ikea-kast.
Verrás, verwén, verbáás, verríjk, en dit alles alleen door wat vaker ja te zeggen.
Is het je wat teveel in één keer, begin dan voorzichtig met het Griekse ja, namelijk ‘ne’.

zondag 25 oktober 2009

Levensmuziek

Al jong wist ik wat ik later wilde worden: namelijk harpiste.
Deze wens ontstond niet zozeer omdat ik betoverd werd door de klanken van de harp, maar voornamelijk door de diepe indruk die de harpmeisjes op mij maakten. Ten eerste de rust en sereniteit die ze uitstraalden, alsof zij een andere dimensie betraden wanneer zij hun instrument bespeelden. Ten tweede de lange vlechten, die onlosmakelijk verbonden waren aan het imago van deze virtuozen. En ten derde het publiek, dat zij compleet in vervoering wisten te brengen........

Zo begint mijn korte verhaal dat ik heb ingestuurd voor een schrijfwedstrijd met als onderwerp 'Muziek'.
Degenen die mij wat beter kennen, weten dat het nooit meer goed gekomen is met mijn muzikale kwaliteiten. En ook niet met de vlechten trouwens. Maar misschien weet ik het publiek alsnog aan me te binden door over muziek te schrijven. De winnaar gaat zijn verhaal namelijk voorlezen aan een groot publiek :-) Ik houd jullie op de hoogte.

And the winner is..............
Inmiddels heb ik bericht gekregen niet gewonnen te hebben, onderbouwd met de nodige opbouwende feedback. Het is voor mij denk ik toch maar het beste om gewoon naar muziek te luisteren. Ik heb gelukkig wel het talent om daarvan te genieten :)

vrijdag 16 oktober 2009

Openbaringen

Afgelopen woensdag heb ik mijn eerste column geplaatst op http://www.fok.nl/ , met als titel 'Openbaringen'.
Het is een enorme kick, leuke reacties en tot nu tot al ruim 750 vieuws.
Meer lezers dan ik ooit had durven dromen toen ik met het schrijven begon.
Ik schrijf onder de naam Peets, te herkennen aan het uithangbord.
Op alle even weken wordt er op woensdag om 23.00 uur een column van mij geplaatst.
Dit was de eerste :

Waarschuwing : het lezen van deze column kan schadelijk zijn voor de gezondheid en in enkele gevallen zelfs leiden tot kinderloosheid.

Wellicht is het aan je aandacht ontsnapt, maar vandaag, woensdag 14 oktober 2009, mag zich officieel ‘de dag van de openbare ruimte’ noemen. Hieronder worden alle ruimtes verstaan die vrij toegankelijk zijn voor iedereen. De openbare binnenruimtes zijn te herkennen aan het rookverbod, de openbare buitenruimtes aan de hopen hondenpoep.
Dagelijks breng ik op mijn werk een bezoek aan de openbare ruimte ter plaatse, de koffiekamer. Meestal is dat plezierig. Maar niet onverdeeld plezierig.
Het gaat me hierbij om de keuze van de gespreksonderwerpen tijdens de lunch. Een op handen zijnde babyboom maakt dat er een vorm van moedercompetitie is ontstaan. Het is een dagelijks vervolgverhaal geworden: wie had de zwaarste bevalling? Dit gaat bij opbod.
Persoonlijk ben ik het onwaarschijnlijke nieuwsbericht uit Jakarta nog aan het verwerken, de geboorte van een baby van 9 kilo, schoon aan de haak. Als visueel ingesteld persoon wil het beeld mij niet loslaten van een zwaar gehavend, tenger vrouwtje waar een reuzenpeuter, met speen en al, uit komt kruipen.
Maar blijkbaar is dit nog niets vergeleken bij wat mijn collega’s gemiddeld hebben moeten doorstaan. Variërend van dagenlang helse pijnen tot rupturen van navel tot einde bilspleet, alles komt tijdens het nuttigen van de boterhammen aan me voorbij. Als bonus krijg ik ook het tijdsverloop van minuut tot minuut mee, wee voor wee.
En in plaats van ontspannen te zijn, loop ik na de pauze, met de bekkenbodem flink aangespannen, stijfjes weer terug naar mijn werkplek. De mannen onder ons zie ik, bleek rond de neus, op weg naar huis nog even snel een bezoekje brengen aan de drogist voor een antifamilieverpakking condooms. Dit leed willen zij hun liefste niet aandoen.
Eén van de collega’s heeft haar oermoment of fame zelfs laten vastleggen op film.
Maar zelfs als je lief je regelmatig vertelt dat je ‘daar’ zo mooi bent, betekent dit niet per definitie dat hij bij zijn mening blijft als hij ‘daar’ uitgerekt voor zijn kiezen krijgt op een LCD-scherm.
De noodzaak tot het regelmatig opnieuw oprakelen van deze horrorverhalen, vindt zijn oorsprong in de aloude competitieve dialoog tussen man en vrouw. Daar waar mannen hun welbevinden regelmatig oppoetsen door zich fysiek als de meerdere te laten gelden, is hun fysieke inbreng in het ter wereld brengen van nakomelingen verwaarloosbaar. Heel even, in het begin, hebben ze een, met het blote oog nauwelijks waarneembare, bijdrage geleverd. Maar daar waar de vrouw vervolgens in hogere sferen tot een oerprestatie komt, kan hij slechts nog bijstand leveren door wat knullig te staan wapperen met lapjes en doekjes. Tijdens deze wantoestand is de vrouw duidelijk de fysieke winnaar gebleken en regelmatig komt de behoefte bij haar boven het er nóg eens uit te gooien, om de herinnering aan deze euforie vooral levend te houden. Dit ten koste van mijn lunch en die van vele andere, visueel ingestelde, lotgenoten.
Als persoonlijke bijdrage aan deze dag kom ik daarom met het volgende voorstel, waarbij ik alle partijen in deze tegemoet wil komen. Laten we voortaan ook één dag per jaar benoemen tot ‘de dag van de openbaringen’ .Deze dag zal geheel in het teken staan van moeders en hun verhaal. Alle media besteden volop aandacht aan deze topprestaties van vrouwen. Maar buiten die dag onthouden vrouwen zich in openbare ruimtes vrijwillig van het vertellen van gruwelijke bevallingsverhalen. Hoe het kind er uit komt, zullen we de rest van het jaar heus niet meer vergeten. Hoog tijd om de aandacht eens te gaan verleggen, bijvoorbeeld naar hoe het er ook al weer ooit ín gekomen is.

zaterdag 10 oktober 2009

Elke dag anders.......


5 oktober 2009, De dag van de leraar.

Als het goed is, zijn afgelopen maandag alle leraren eens flink in het zonnetje gezet. Ze werden daarmee beloond voor hun inzet, waardoor onze jeugdigen dagelijks onderwijs kunnen ‘genieten’. Ook de overheid deed een letterlijke duit in het zakje, in de vorm van een bonus(je).
Het landelijke thema was ‘omgaan met diversiteit’, een hót thema in onderwijsland. Zelden heb ik een zo goed passende reclameslogan gehoord, als die voor de werving van leerkrachten : ‘Elke dag anders..’ Het ministerie van onderwijs is goed in staat gebleken de dagelijkse praktijk van de leraar tot alles behalve saai te maken.
Heb je als leerkracht de ene vernieuwing nét in de vingers, dan zijn ze op het ministerie al weer overtuigd van een andere waarheid.
Na twee decennia werkzaam te zijn in het onderwijs, is flexibiliteit inmiddels verheven tot een van mijn sterkst ontwikkelde kwaliteiten.
In de loop der tijd kwam ik er achter dat elke vernieuwing niet per definitie leidt tot verbeteringen van het onderwijs, maar wel altijd tot bezuinigingen.
En zo wordt de leraar dagelijks uitgedaagd tot ‘meer met minder’.
Het is dan ook niet verrassend dat steeds meer leraren de zomervakantie gebruiken voor het ondergaan van een cosmetische ingreep, waarbij de ‘eye-bag-removal’ met stip op één staat. Sommigen draaien al zo lang mee, dat alleen een complete facelift nog uitkomst biedt voor een leeftijdsadequaat gelaat.
Persoonlijk ben ik een groot voorstander van het principe ‘opvoeden/onderwijzen is voorleven’. Wij leraren kunnen al heel wat ‘meer’ met minder, we geven het stokje daarom nu graag door aan het ministerie.
En ondertussen doen wij datgene waar wij altijd al goed in waren: onderwijzen, opvoeden en genieten van ons vak en de kinderen.

zondag 4 oktober 2009

look-a-like


‘Een beroemdheid op je feestje,
maar geen toereikend budget?
Bestel een look-a-like bij tegekman.nl’

Ieder mens is uniek, daar bestaat inmiddels geen twijfel meer over. Toch blijken we allemaal ergens op de wereld een heuse dubbelganger te hebben.

Met mijn lay-out blijken de hogere machten wel érg royaal te zijn geweest. Op de meest uiteenlopende plekken word ik herkend, of op zijn minst moet ik ‘de zus zijn van..’. Ik word gesignaleerd op locaties waar ik het bestaan niet van weet. Mannen en vrouwen doen dingen met mij, terwijl ik er zelf niet bij ben. Laat staan dat ik enige vorm van inspraak heb. Tezamen met mijn dubbelgangers leid ik zo een vrij turbulent leven.
Niets van wat de gemiddelde BN’er meemaakt, is mij nog vreemd. Ook ik moet regelmatig investeren in het verzinnen van passende en gossip-proof alibi’s.

Soms heeft het zo zijn voordelen.
Als ik de trainer van mijn hardloopclub laat weten dat ik ook komende week niet aanwezig zal zijn, wenst hij me veel sterkte toe. Ik verzuim hem te vertellen dat ik niet die-dubbelganger-met-de-voetblessure ben, maar juist die-met-de-gebrekkige-intrinsieke-motivatie.
Verder schijn ik afgestudeerd en gepromoveerd te zijn op allerlei terreinen, en ik zou mij op grond daarvan inmiddels tot de intelligentste 5 % van de lage landen mogen rekenen.

Zelfs mijn naam is weinig uniek; als ik op mijn naam google, kom ik pas na pagina’s vol naamgenoten mezelf tegen.
Ik wil niet zover gaan dat ik in gezelschap van een scala aan blauwdrukken door het leven ga, maar enige vorm van inwisselbaarheid neem ik hier toch zeker waar.
Maar niet getreurd, ik heb besloten van deze nood een deugd te maken.
Bij deze plaats ik de volgende oproep : “Gezocht, look-a-like-Petra voor diverse werkzaamheden op oproepbasis”.
Dat geeft mij de gelegenheid in de anonimiteit dingen te ondernemen, waar ik het bestaan nog niet van weet.

zaterdag 26 september 2009

Halverwege

50+beurs:’het leven daagt je uit!’.
(16 t/m 20 september ’09)

Hein bestelt een nog dubbele espresso bij het vriendelijk ogende meisje. Gisteravond reünietje gehad met de vrienden van weleer: potje biljart, drank en veel verhalen. Hoe krijg je ruim 30 vervlogen jaren bijgepraat?
Hein heeft zich door alle verhalen heen vooral laten leiden door zijn eigen indruk. Bert met zijn ranzige grappen, maar die thuis niets te vertellen heeft. Rijke Mats met zijn snelle baan, interessant druk doende met zijn nieuwste model BlackBerry. Jerom, die het naar eigen zeggen nog erg goed doet bij ‘de vrouwtjes’, naast zijn eigen exemplaar. De zorgelijke Wilbert, met zijn totaal ontspoorde zoon. De enige die echt wat geluk uitstraalde was Jon, maar ook wel erg vermoeid door de slapeloze nachten die zo’n ‘tweede leg’ met zich meebrengt.
En toen kwam hij uiteindelijk zelf ook aan de beurt : “En jij, Hein?”
Tja, en ik? “Nou ja, ik heb eigenlijk heel veel dingen gedaan: hier en daar gewerkt, gereisd, veel sporten, studie filosofie, tijdje gefotografeerd en nu ehhh… nou ja van alles dus. Ik ben alleen, heb wel wat relaties gehad, maar nu dus even niet”.
Het bleef even stil. “Dus je hebt niets meer met je HEAO gedaan?”.
Hein voelde zich uiterst ongemakkelijk en had enorme spijt van zijn aanwezigheid.
“Màn, zullen we ruilen; ik jouw leven, jouw lijf, jouw vrijheid. Jij mijn baan, vrouw en geld?” riep Mats uit. Er straalde oprechte bewondering uit zijn ogen. Hij kreeg bijval van de anderen. “Jezus man, nooit meer dat gezeik thuis”. “Jij bent het meest trouw aan onze jongensdromen gebleven”. “Shit man, nooit van jou verwacht”. Schouderkloppen en knikkende koppen volgden.
Vroeg in de ochtend beloofden ze elkaar een nieuwe meeting op hun 60ste en zochten vervolgens per taxi hun eigen leven weer op.
Hein heeft vannacht de slaap niet meer kunnen vatten. Hij voelt zich waanzinnig.
Het vriendelijke meisje vraagt hem: “Kan ik u nog ergens mee van dienst zijn, meneer?”
“Nou zeker”, antwoordt Hein knipogend, “Als je even hébt…”.

woensdag 23 september 2009

Er was eens....


Burendag op 26 september 2009, initiatief van het Oranjefonds en Douwe Egberts.
(Advertentie zaterdag 12 september ’09)

Er was eens een prinses, haar naam was Máxima. Máxima leidde een fijn leventje op landgoed De Horsten, samen met haar man en drie dochtertjes. Ze kwam oorspronkelijk uit een ver warm land, maar was al goed ingeburgerd, op wat kleine details na. Zo was zij bijvoorbeeld nog niet bekend met het typisch Nederlandse verschijnsel ‘een bakkie bij de buren doen’.Gelukkig was ze beschermvrouwe van het Oranjefonds en deze club maakte daar gelijk een groots item van. ‘Prinses Máxima, we zullen er hoogst persoonlijk voor zorgen dat ook U ‘een bakkie bij buren’ kunt gaan doen.’ En zo geschiedde het.Elk jaar werd er landelijk een z.g. burendag georganiseerd : Maak van je buurt je thuis. In het hele land werden buurtfeesten georganiseerd, gesponsord door het Oranjefonds. En op het meest pretentieuze feestje werd ook de prinses uitgenodigd. Ze kon haar plezier niet op; sjoelen, spijkerpoepen, steltlopen, koekslaan en natuurlijk geurige bakjes doen bij de buren.
Zo ging het jaar in, jaar uit. Maar na een aantal jaren merkte de prinses dat het animo voor de burendag begon af te nemen. Er werden nog wel feesten georganiseerd, maar ze ervoer een significant verschil in zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de festiviteiten.
Omdat ze er zelf de vinger niet achter kreeg, gaf ze het Oranjefonds de opdracht te onderzoeken wat de oorzaak van deze teneur kon zijn.
Uitgebreide buurtonderzoeken en eindeloze vergaderingen en evaluaties volgden.
Maar uiteindelijk kon de voorzitter Máxima het volgende vertellen : “Beste prinses, ik weet nu waar de behoefte des volks ligt. Laten we alvast vooruitlopen op het laatste hoofdstuk van de inburgeringcursus. Daar gaat het namelijk over ongeschreven wetten en fatsoensnormen in Nederland. U kon het natuurlijk niet weten, maar in de lage landen wordt het enorm gewaardeerd,als je ook je buren weer eens terúgvraagt, begrijpt u…”.
Dus bij deze, burgers van Nederland, volgend jaar burendag bij Máxima, adres bekend .

zondag 13 september 2009

Nieuwe kleren voor de keizer


Parfum Viktor&Rolf haalt het beste uit de vrouw.
(vrijdag 11 september ’09)

Viktor&Rolf lanceren morgen hun nieuwe parfum Eau Mega. En Mega belooft het zeker te zijn: Aanvankelijk ruikt het fris naar vioolblaadjes, basilicum en peer, na een paar minuten verrijzen de geuren van pioenrozen en jasmijn om vervolgens op het hoogtepunt aangevuld te worden door de romige geuren van sandelhout en witte musk. Door deze geursensatie raken vrouwen volledig in hun element, sterker nog, ze stijgen boven zichzelf uit. Daar kun je je neus natuurlijk niet voor ophalen.
Ik word er stil van. Mijn persoonlijke reukorgaan mag er qua postuur best wezen. Maar blijkbaar mist het elke vorm van verfijning. Het is haast te gênant om toe te moeten geven, maar… ik weet niet hoe vioolblaadjes ruiken…en al helemaal niet in combinatie met basilicum en peer, laat staan dat ik het hele geurenpalet dat vervolgens op mij afkomt afzonderlijk zou weten te herkennen en te benoemen. Ik zou het hooguit kunnen labelen als bloemig, zoet, fris, licht of zwaar, dit is mijn volledige geurenvocabulair. Tjee, dit genotsmiddel met zijn beloftes blijkt dus helaas niet voor mij te zijn weggelegd.
Maar natuurlijk zou ik toch wel eens flink willen ‘pieken’ en boven mezelf willen uitstijgen. Of zou het zo zijn als met de nieuwe kleren van de keizer. Dat elke, zichzelf enigszins respecterende vrouw kirrend uitroept bij het zien van een flesje Eau Mega: “O héérlijk, die viooltjes, en dan die péér erbij, zo subtiel verrukkelijk, ik voel me er zó geweldig en vróúwelijk bij.”
En Viktor&Rolf maar lachen in hun vuistjes. Ik zie hun neuzen al krullen. ‘Als de vioolblaadjes op zijn, stappen we gewoon weer over op rozenblaadjes. Zolang er maar V&R op staat’.
En zo worden we mooi bij de neus genomen.

zondag 6 september 2009

Sissi

Minister V. wordt onwel bij debat in Kamer’.
(Zaterdag 5 september ’09)

Ik kan me nog herinneren hoe ik in een soort extase naar de films van Sissi kon kijken. En dan dat moment; als het haar even teveel werd, dan zakte ze na het slaken van een kreuntje, elegant door haar benen. Haar imposante jurk lag als een waaier om haar heen. Gelijk was daar een kamermeisje, om haar met een waaier te koelen en wat vlugzout toe te dienen. Ook was er altijd een charmante man in de buurt om haar, zo licht als een veertje, op te tillen en op de sofa te leggen. Langzaam komt Sissi weer bij haar positieven, er tekent zich alweer een blosje af op haar wangen. De eveneens charmante en altijd aanwezige arts legt zijn hand op haar hoofd en komt al vlot tot de diagnose; Sissi heeft een flauwte gehad, met wat rust is ze zo weer op de been. Eind goed, al goed.
Bovenstaande is helaas alleen weggelegd voor dames waarbij adellijk of koninklijk bloed door de aderen stroomt.
Hoe anders bij de onderdanen. Tijdens pijnlijke en gênante momenten in groot gezelschap, heb ik hogere machten regelmatig verzocht óf het luik onder mijn voeten per direct te openen, óf mij een Sissi-moment te laten beleven. Maar ik bleef daar gewoon gênant zitten te zijn.
Eén keer in mijn leven heb ik een echte flauwte mogen beleven, op een popconcert in een overbevolkt toiletgebouw. Ik werd daar vervolgens door twee dames uitgesleept. Nou….weinig ‘elegantie’, dat kan ik je verzekeren.
Deze week werd het onze minister V. wat teveel tijdens het debat. Ze zocht haar redding in een Sissi-moment. Maar ja, gezien het gebrek aan blauw bloed, werd het een wat sneue vertoning, waarbij vooral de ‘rollende ogen’ alle kranten haalden.
Later verklaarde ze dat deze flauwte waarschijnlijk het gevolg was van een overgeslagen lunch. Arme minister, de broekriem zo strak aantrekken lijkt mij toch écht flauwte-kul.

maandag 31 augustus 2009

De keerzijde

Ik kan ervan dromen de schrijfster te zijn van een boek. En dan gaat mijn persoonlijke voorkeur uit naar een bestseller. Mijn naam, prijkend op een glanzende kaft. Nu staat er nog geen letter van dat boek op papier, maar ik kan me een levendige voorstelling maken van het euforische moment dat ik mijn pennenvrucht in de etalage zie liggen, en iemand naast mij die zegt : ‘Goed boek, joh. Echt een must!’. En dan alle recensies uitknippen, voor in mijn plakboek.
Maar al snel maakt mijn droom plaats voor een kil moment. En niet omdat ik echt wel weet dat de realiteit is dat debutantenwerk in no time voor een appel en een ei bij De Slegte ligt. Nee, het kille moment wordt veroorzaakt door de achterzijde van het boek…
Ik kan mij nog herinneren dat je voorheen op de achterkant van een boek kon lezen waar het boek in grote lijnen over ging, af en toe vergezeld met een bescheiden pasfotootje van de schrijver. Maar tegenwoordig staat een beetje schrijver paginagroot op de achterzijde, alsof ze je willen verleiden tot ‘Wil jij mij lezen?’
Ik ben helaas niet erg fotogeniek, met name wanneer het shot niet onder de categorie ‘Petra in de verte’ valt. Niet dat mensen gelijk zullen denken dat het horror of science fiction betreft, maar ik ben ook zeker geen Susan Smit.
Enorme dilemma’s houden mij uit mijn slaap : een foto-stand-in nemen, me uitgebreid laten restaureren, fotoshoppen, een jeugdfoto plaatsen… Want, dat is een feit, je ligt daar dan toch maar op het nachtkastje van jan en alleman te liggen.
Zo slaap ik zelf ook liever in met Paolo Giordano aan mijn zijde, dan naast Boudewijn Buch.
Maar ik blijf ambitieus; zodra ik een geschikte foto heb, ga ik beginnen aan mijn boek.

woensdag 26 augustus 2009

Ik heb er geen woorden voor....


Dit is het dus. Het leek mij voorheen altijd een ultiem interessant fenomeen, een ondoorgrondelijke kwaal, slechts weggelegd voor intellectuelen en kunstenaars. Maar dit is het dus, een grote leegte, genaamd schrijversblok.
Ik heb echt wel wat ideeën, maar ze komen niet ‘lekker uit de pen’, zeg maar.
Ik zou b.v. willen schrijven over de man van de doe-het-zelf-winkel die me altijd begroet met ‘Mevrouwtje, wat mag het zijn?’ Ik weet nog niet of het in zijn optiek een promotie of een degradatie betekent dat ik van ‘jongedame’ inmiddels tot ‘mevrouwtje’ ben geworden. Maar hoe goed ik me ook altijd op deze confrontatie voorbereid, hij weet mij altijd het gevoel te geven dat ik de intellectuele vermogens heb van een insect.(een kleine) Ik kan ervan dromen deze man een ingewikkelde boodschap in een fourniturenspeciaalzaak te laten doen.
Ik had schrijfplannen over een saunabezoek met vriendin C. Over onze kritische observaties van elkaars vakantierolletjes, die hun bestaansrecht ontlenen aan brie, wijn en andere Franse lekkernijen. En hoe wij thuis vertelden over ons diner bestaande uit ‘kalfsragout in een jasje met aardappelgarnituur in roomsaus en groene salade’, om niet te hoeven bekennen dat we op deze weldadige dag gewoon kroketten, friet met máyo en een plakje komkommer hebben zitten wegwerken.
Ik wil in ieder geval niets schrijven over een aanstaand bezoek aan een concert van Nick en Simon, quality-time voor de middelste dochter, die er steeds vergoelijkt bij vermeldt : “Jan Smit komt ook, maar dat vind ik niet zo heel erg”.
Mijmerend bij een, hopelijk, inspirerend glas rode wijn bedenk ik me dat ik me steeds meer schrijfster ga voelen: een columniste met een blog én een blok.

dinsdag 18 augustus 2009

Ontspannen op eigen risico...


Vakantie associeer ik voornamelijk met ontspanning, blijheid en vrijheid, en dat dan delen met hen die je lief zijn. Maar ik lees in de krant dat dit lang niet voor een ieder weggelegd is. De zomervakantie leidt zelfs tot een piek bij echtscheidingsadvocaten, want ‘juist door het gezamenlijk doorbrengen van vrije tijd komen onderlinge spanningen en ergernissen tot uitbarstingen’. Men spreekt hier zelfs van een ‘zomerse trend’.
Ik realiseer mij dat ik op de camping wel menigmaal deelgenoot ben geweest van communicatie tussen potentiële trendvolgers.
“Janet, Tijntje kan echt al zélf trappen op zijn fietsje!” Gevolgd door een ijzig : “Dat kan hij al 3 maanden, hoor..”.
Man en vrouw, zwijgend tegenover elkaar in een restaurant. Man kijkt om zich heen. Vrouw sist : “We zitten hier hoor”, om vervolgens weer verder te zwijgen.
Of de Franse overburen: Mooi, verveeld kijkend meisje en haar vriend, die zijn uiterste best doet om het haar naar de zin te maken. Hij maakt grappen, doet boodschappen, maakt heerlijke hapjes en drankjes voor haar klaar, maar ze blijft nors mooi zijn. Helaas jongen, dit gaat het niet worden. Je komt de ware nog wel tegen, misschien iets minder mooi, maar zeker leuker.
Deze dan : “Je vader denkt dat hij lollig is”. Gevolgd door : “Je moeder moet zich weer eens met alles bemoeien”. Dit blijkt het begin te zijn van een pikante woordenwisseling, bol van ‘ik altijd’, ‘jij nooit’ en visa versa. Zoonlief vlucht het zwembad maar in.
Mijn man en ik hebben moeten concluderen dat wij ook dit jaar niet erg trendy zijn. We hebben het zelfs ouderwets leuk gehad. Sterker nog, we verheugen ons al weer op de volgende vakantie. En ook binnen de vriendenkring hebben we deze zomer nog geen trendvolgers kunnen signaleren. Hoe ‘out’ kun je zijn.

donderdag 13 augustus 2009

Elle s'appelle Isabelle.



De camping in Bretagne heeft er dit jaar een ster (*) bij gekregen. Deze eer verwierven ze met name door de inzet van een bruisend animatie- en activiteitenteam, opdat ook jongeren zich er vanaf nu optimaal kunnen vermaken.
En zo is er dan ook de wekelijkse Karaoke-avond. Animatiester B. kondigt dit onmisbare fenomeen de hele dag enthousiast aan vanuit zijn golfwagentje.
En natuurlijk zijn ook wij van de partij. ‘Wij’ zijn een groepje ‘kritische-doch-altijd-in-voor-een-uitje' Nederlanders. Uiteraard niet om zelf een actieve bijdrage te leveren, maar om zowel zang als drank te consumeren en om één en ander van commentaar te voorzien.
De avond start met jonge talenten die allerlei liederen met een hoog K3-gehalte ten gehore brengen. We smelten.
Maar dan is daar de eerste volwassene, ze wordt groots aangekondigd : ‘Elle s’appelle…..Isabelle!!’ En Isabelle blijkt inderdaad een aardig moppie te kunnen zingen, zij het emotieloos en stijfjes (volgens de opbouwende kritiek van de Wij-groep dan). Haar man, zijn camera en Wij bezien haar van alle kanten.
Vervolgens is Monsieur Isabelle helemaal op dreef. Steeds opnieuw vult hij briefjes in voor zijn vrouw, en Isabelle zingt en zingt. Het hele repertoire van de Franse Marco Borsato gaat aan ons voorbij, geheel Isabelle-murw horen wij alleen nog ‘ENCORE….Isabelle!!’. Monsieur I. geeft als een echte showmaster aan wanneer er geklapt c.q. gefloten dient te worden.
De volgende morgen staat Monsieur I., nog naglimmend van trots, bij het broodwinkeltje. Hij groet, schudt handen, incasseert complimenten en showt de foto’s aan belangstellenden.
Ik vraag me af waar Isabelle is. Waarschijnlijk slaapt ze haar roes uit, haar taak zit er weer op.
Ik vind haar groots. Ze geeft haar man dat wat hij nodig heeft, zijn jaarlijkse ‘moments of fame’. Deze vakantieweek kan zijn humeur niet meer stuk. En volgende week…. is het gewoon weer showtime.

zondag 14 juni 2009

Ladylike


Collega E. introduceert mij in de wereld van de ladyphone. Het ziet eruit als een gangbare mobiel, maar blijkt verrijkt te zijn met een scala aan mogelijkheden waar, zo predikt Zij, een beetje vrouw niet buiten zou moeten kunnen. Zo houdt Zij je menstruatiecyclus bij en geeft een seintje wanneer de eisprong zich aankondigt, opdat je weet of je je wel of juist niet in je nieuwe La Dekkers moet hijsen. Vervolgens bevat Zij een agenda, spiegel, fototoestel en boodschappenlijstje. En, last-but-not-least, als je met Haar je culinaire uitspattingen deelt, weet Zij je precies te vertellen hoeveel calorieën je genuttigd hebt. Daar komt nog bij dat je voor hetzelfde geld op de hoogte wordt gehouden van de laatste ‘must-haves’ en heb je er als het ware een online-stylingcoach bij.
O ja, je kunt er ook nog mee bellen. Ik mis eigenlijk alleen nog een ingebouwde ladyshave en een nagelgarnituurtje.
Dit maakt mij buitengewoon nieuwsgierig naar de mannelijke variant, hoogst waarschijnlijk genaamd ‘de gentlephone’.
Ik hoop dat deze, overeenkomstig mijn manbeeld, één ding gewoon heel goed kan, in dit geval bellen.
Maar…. naar alle waarschijnlijkheid geeft Hij hem seintjes wanneer het secretaressedag is en idem over wanneer de trouwring af moet en weer om, op zijn trouwdag bestelt Hij automatisch een romantisch boeket en alarmfase 1 kondigt zich aan als de sluitingstijd nadert van het kinderdagverblijf. In plaats van het boodschappenlijstje kun je alle internationale voetbaluitslagen oproepen en met een eenvoudig rekensommetje berekent Hij de spiermassa des eigenaars.
Uiteraard avontuurlijke lay-out, waterbestendig, voorzien van een ingebouwd waxinekaarsje voor romantiekmomenten en op de koop toe word je op de hoogte gehouden van vernieuwende en steekhoudende openingszinnen.
Wat ik onbewust al wist zie ik hier bevestigd: de emancipatie blijkt grotendeels een farce :-)

Mannen hebben geluk.


Ik zit nog midden in het verwerkingsproces van het feit dat ik de magische grens van 40 al enige tijd gepasseerd ben. Zodra je, door een jong ‘ding’, geadviseerd wordt crème te gaan gebruiken voor de RIJPERE huid, zijn de aardappels gaar. Dan begint het camoufleren van leeftijdsadequaat verval en het rouwen om vervlogen jeugdigheid.
Mannen hebben geluk. Daar waar vrouwen zich arm kopen aan potjes crème die nooit hun beloftes nakomen, is er voor de mannencrèmes nog weinig aftrek. De gerijpte mannelijke huid straalt namelijk levenservaring uit.
Wanneer mannen van mijn generatie kale plekken gaan vertonen, wordt kaalheid opeens verheven tot een aantrekkelijk modeverschijnsel. Dames, is ooit de ‘coupe grey’ in de mode geweest?
Als een man zichzelf in de spiegel bekijkt, verandert zijn werkelijkheid in een soort Hercules; wij dames zien in ons spiegelbeeld langzaam maar zeker rubensachtige massa’s ontstaan.
Bij vrouwen beginnen alle alarmbellen te rinkelen als we feiten en afspraken gaan vergeten. Mannen daarentegen kunnen zich hun leven lang beroepen op een, genetisch bepaald, selectief geheugen en gehoor.
Vrouwen moeten rond hun 40ste hun leven grotendeels op orde hebben, mannen zijn vruchtbaar tot in de lengte van hun dagen. Ze hebben dan ook alle tijd voor het vieren van een tweede jeugd en het bouwen van een tweede nestje.
Konden wij, dames, altijd nog met trots onze boezem eens flink vooruit steken, heden ten dage krijgen ook steeds meer mannen borsten en de daarbij behorende lingerie.
Mijn meelevende soortgenoten attenderen mij er nog even fijntjes op dat dit nog maar het begin is. Er staat mij op korte termijn minimaal nog de menopauze, urineverlies, haaruitval en botontkalking te wachten.
Toch is uit onderzoek gebleken dat vrouwen gelukkiger en optimistischer oud worden. Ook worden ze milder, met name minder kattig en jaloers.
Maar ja, wiens geluk is dát uiteindelijk weer?

woensdag 10 juni 2009

Het predigitale tijdperk

Ik heb mijn jeugd nog doorgebracht in het predigitale tijdperk. Een grotere generatiekloof is ondenkbaar. Voor degenen die zich daar niets bij kunnen voorstellen, hier een impressie van toen:
Lang geleden waren er geen computers. Er was zwart-wit t.v. met enkel en alleen twee zenders. In die tijd kwam ik ter aarde. Nu had ik voortvarende ouders en al snel kwam er een kleurentelevisie en vervolgens de eerste versie van een ‘spelcomputer’. Dat was een soort ‘streepjescodescherm’, waarop je door slechts je knuppel te bewegen met jouw streepje kon tennissen, squashen en voetballen. Als je toentertijd in de huiskamer deed, wat
wii-fittende volwassenen nu vol overgave voor het open raam staan te doen, werd je daarvoor opgepakt en in een dwangbuis afgevoerd.
Communicatie vond met name ‘life’ plaats, of anders via de post, de vaste telefoon en in uiterste gevallen per telefax. Meer smaken waren er niet.
Hoe anders in de huidige digitale jungle.
Het blijft voor mij een onbegrijpelijk wonderding, waarmee ik de mogelijkheid heb tegelijkertijd Cd’s te beluisteren, te chatten, te mailen en te googlen naar allerhande informatie. Ik leg binnen een paar secondes contact met Australië, Spanje en Amsterdam. En toch zullen wij nooit echt maatjes worden, het ding en ik. Wij hebben niet de klik. Ik blijf wantrouwend t.a.v. dit fenomeen dat zomaar mijn leven binnengedenderd is.
En dan gaat ie opspelen, hè. Je opent je mailbox om vervolgens overladen te worden met nonsensberichten die op antwoorden wachten, op het moment suprème krijg je de PowerPoint niet aan de praat, lappen tekst (die per abuis niet volgens de reguliere wijze opgeslagen zijn) verdwijnen voor eeuwig onvindbaar in het universum, de pech hebben de computer met een eigen wil en inbreng te treffen en ga zo maar door.
Om de stress wat te hanteren waag ik me maar aan een spelletje Tetris. Dat dan weer wel.

zondag 7 juni 2009

Lonken naar het verleden.


Ik logeer een nachtje bij vriendin K. Dit is onvermijdelijk na een avond womens-talk waarbij het spraakwater rijkelijk gevloeid heeft. De volgende morgen betrachten wij enige helderheid te creëren met een kop sterke koffie. “Wie heb jij al op schoolbank teruggevonden?”vraagt vriendin K. “Ik? Nooit gedaan, hoezo?”
Met de vriendin K. zo eigen, beroepsmatige, overredingskracht word ik achter het scherm gezet en voor ik het weet ben ik ingelogd op schoolbank. Ik krijg de smaak te pakken, stuur zelfs wat berichtjes rond. De komende dagen voel ik me als een kind in een snoepwinkel, ik probeer van alles uit. Vervolgens raak ik wat verveeld. Gelukkig heeft vriendin K. de “verleidelijke grote zus’’ van schoolbank paraat, “jij bent toe aan hyves”. Ze helpt mij aan een kek profiel, hup foto erbij en go! Ik laat mij leiden door dit virtueuse pretpark. Maar toch, degenen die ik ECHT zou willen vinden, vind ik niet. Na een intensieve zoektocht heb ik nog steeds maar 2 vrienden, en dat is zelfs online een meelijwekkend resultaat.
Oké, vriendin K. heeft nog één troef: linkedin, de ‘serieuze grote broer”. Ik werk hard aan een indrukwekkend profiel en ga aan het ‘linken’ naar verloren contacten. Het werkt verslavend, ik ben niet te stoppen.
Maar dan is er dat moment van inkeer ; Waar ben ik eigenlijk mee bezig?
Ik pretendeer gewoon te willen weten hoe het met ze gaat, hoe ze er nu uit zien, wat ze doen, of ze kinderen hebben enz. Ook al neigt dit sterk naar voyeurisme.
Maar eerlijkheidshalve moet ik toegeven waar het me echt om te doen is : even wil ik weer figureren in het leven van deze ex-vriend(in). Een hoofdrol of een bijrol spelen in diens gedachten, maakt niet uit. Even lonken naar vervlogen tijden als het meisje van toen.

Dutch Blond


“Nederlanders doen te weinig aan hun imagebuilding” lees ik in een gerenommeerd opinieblad. Dit nodigt uit tot nader onderzoek.
Ik raadpleeg mijn online-critical-friend Guy uit Australië inzake zijn kennis over ons land en haar inwoners. Guy is van de snelle respons en al rap mailt hij me vol enthousiasme zijn kennis. “Ah..the Netherlands…” , gepaard met een legioen smileys. Dit schept verwachtingen: ik ben ervan overtuigd dat Guy een realistische kijk heeft op de hedendaagse Dutchman/woman. Leest u de volgende bloemlezing even mee:
“De gemiddelde Nederlandse jonge vrouw is blond met blauwe ogen, heeft een look-a-like-Barbie-postuur, loopt op klompen, woont in een molen met een tuin vol bloeiende tulpen. Op vrijdagmiddag echter gaat ze helemaal los in The Bulldog onder het genot een of meerdere ontspannende blowtjes.
En de mannen? Die zijn veelal dik en onaantrekkelijk en ze dragen ‘lederhosen’ en groene petjes”.
Zeg nou zelf, wie herkent zich hier nu niet in?
Ik verheug mij alweer mateloos op de vrijdagmiddag en mijn man is heel happy met zijn kekke groene petje. Met dank aan Guy.
“Hey mate, ik zie je zo gaan als klein jongetje per kangoeroe naar school. Je droomde ervan om Flying doctor te worden. Inmiddels ben je de trotse bezitter van schapenranch met een enorme backyard vol rubberbomen en koala’s. Een strakke en gebruinde torso, jeans en bier, vooral veel bier”.
Het zit mij toch niet helemaal lekker en het zet mij aan het denken. Ons vaderland, WIJ hebben New York tenslotte ontdekt. Helden zijn we, wereldveroveraars. Dat geniet toch wereldwijde bekendheid en waardering?
Dan ontvang ik nog een aanvullend mailtje van Guy: ‘Oh yeah, I just remember, there was something about…milkmaids?’
Dutch and blond, hoezo geen image.

De Poetsman


Je hebt mannen, in al hun variaties, en je hebt de MAN.
Buurman N. is een MAN.
Buurman N. heeft zijn schaapjes op het droge. Vliegt de wereld over als piloot. Postuur ‘Jerommeke’, aardige hond en een ‘hem behagende’ vrouw. Zijn vrouw begrijpt hem goed: een man van zijn allure kun je niet lastigvallen met zoiets triviaals als het archiveren en kuisen van de huisraad.
Weinig verrassend is het dan ook dat buurman N. geheel volgens de protocollen het proces naar zijn 40ste verjaardag heeft afgelegd. Daar waar de gemiddelde man genoegen neemt met een M, gaat buurman N. voor de XL. Zijn expansiedrift zorgde voor de XL-aanbouw aan en op het huis, de XL-auto, XL vakanties, enz.
Maar zijn ultieme droom werd pas werkelijkheid op zijn verjaardag: een motor…jawel, de XL onder de motoren: een Harley. (inclusief de onmisbare accessoires als kekke helm, leren motorjack, bijbehorende laarzen en stoer mondlapje).
Afijn, de lente kwam eraan en zoals het een goede buur betaamt, wenste ik hem veel plezierige ritten toe. Dat zijn de geneugten des Harleys, dácht ik. Maar niets bleek minder waar te zijn.
Buurman N. zet nu dagelijks zijn Harley onder zijn (XL-) carport. Dan pakt hij een krukje en zijn vrouw brengt hem een cappuccino . Vervolgens begint hij aan zijn dagtaak; met een zacht doekje poetst hij liefkozend en met minutieuze beweginkjes zijn Harley, met de gedrevenheid en precisie van een chirurg.
In een visioen zie ik mijn lieve oma haar tafelzilver poetsen. En na de gedane arbeid diezelfde blik van voldoening : zichzelf streeploos kunnen aanschouwen in het gepoetste zilver.
Soms krijgt buurman N. Harleyvrienden op bezoek, het zal je inmiddels niet verbazen wat ze dan doen: ZE POETSEN SAMEN !!
Ik ben weer een illusie armer: wat een getut, zo’n ‘tough’ rider.
Het leermoment: Harleymannen hebben ruime poetservaring.