maandag 31 augustus 2009

De keerzijde

Ik kan ervan dromen de schrijfster te zijn van een boek. En dan gaat mijn persoonlijke voorkeur uit naar een bestseller. Mijn naam, prijkend op een glanzende kaft. Nu staat er nog geen letter van dat boek op papier, maar ik kan me een levendige voorstelling maken van het euforische moment dat ik mijn pennenvrucht in de etalage zie liggen, en iemand naast mij die zegt : ‘Goed boek, joh. Echt een must!’. En dan alle recensies uitknippen, voor in mijn plakboek.
Maar al snel maakt mijn droom plaats voor een kil moment. En niet omdat ik echt wel weet dat de realiteit is dat debutantenwerk in no time voor een appel en een ei bij De Slegte ligt. Nee, het kille moment wordt veroorzaakt door de achterzijde van het boek…
Ik kan mij nog herinneren dat je voorheen op de achterkant van een boek kon lezen waar het boek in grote lijnen over ging, af en toe vergezeld met een bescheiden pasfotootje van de schrijver. Maar tegenwoordig staat een beetje schrijver paginagroot op de achterzijde, alsof ze je willen verleiden tot ‘Wil jij mij lezen?’
Ik ben helaas niet erg fotogeniek, met name wanneer het shot niet onder de categorie ‘Petra in de verte’ valt. Niet dat mensen gelijk zullen denken dat het horror of science fiction betreft, maar ik ben ook zeker geen Susan Smit.
Enorme dilemma’s houden mij uit mijn slaap : een foto-stand-in nemen, me uitgebreid laten restaureren, fotoshoppen, een jeugdfoto plaatsen… Want, dat is een feit, je ligt daar dan toch maar op het nachtkastje van jan en alleman te liggen.
Zo slaap ik zelf ook liever in met Paolo Giordano aan mijn zijde, dan naast Boudewijn Buch.
Maar ik blijf ambitieus; zodra ik een geschikte foto heb, ga ik beginnen aan mijn boek.

woensdag 26 augustus 2009

Ik heb er geen woorden voor....


Dit is het dus. Het leek mij voorheen altijd een ultiem interessant fenomeen, een ondoorgrondelijke kwaal, slechts weggelegd voor intellectuelen en kunstenaars. Maar dit is het dus, een grote leegte, genaamd schrijversblok.
Ik heb echt wel wat ideeën, maar ze komen niet ‘lekker uit de pen’, zeg maar.
Ik zou b.v. willen schrijven over de man van de doe-het-zelf-winkel die me altijd begroet met ‘Mevrouwtje, wat mag het zijn?’ Ik weet nog niet of het in zijn optiek een promotie of een degradatie betekent dat ik van ‘jongedame’ inmiddels tot ‘mevrouwtje’ ben geworden. Maar hoe goed ik me ook altijd op deze confrontatie voorbereid, hij weet mij altijd het gevoel te geven dat ik de intellectuele vermogens heb van een insect.(een kleine) Ik kan ervan dromen deze man een ingewikkelde boodschap in een fourniturenspeciaalzaak te laten doen.
Ik had schrijfplannen over een saunabezoek met vriendin C. Over onze kritische observaties van elkaars vakantierolletjes, die hun bestaansrecht ontlenen aan brie, wijn en andere Franse lekkernijen. En hoe wij thuis vertelden over ons diner bestaande uit ‘kalfsragout in een jasje met aardappelgarnituur in roomsaus en groene salade’, om niet te hoeven bekennen dat we op deze weldadige dag gewoon kroketten, friet met máyo en een plakje komkommer hebben zitten wegwerken.
Ik wil in ieder geval niets schrijven over een aanstaand bezoek aan een concert van Nick en Simon, quality-time voor de middelste dochter, die er steeds vergoelijkt bij vermeldt : “Jan Smit komt ook, maar dat vind ik niet zo heel erg”.
Mijmerend bij een, hopelijk, inspirerend glas rode wijn bedenk ik me dat ik me steeds meer schrijfster ga voelen: een columniste met een blog én een blok.

dinsdag 18 augustus 2009

Ontspannen op eigen risico...


Vakantie associeer ik voornamelijk met ontspanning, blijheid en vrijheid, en dat dan delen met hen die je lief zijn. Maar ik lees in de krant dat dit lang niet voor een ieder weggelegd is. De zomervakantie leidt zelfs tot een piek bij echtscheidingsadvocaten, want ‘juist door het gezamenlijk doorbrengen van vrije tijd komen onderlinge spanningen en ergernissen tot uitbarstingen’. Men spreekt hier zelfs van een ‘zomerse trend’.
Ik realiseer mij dat ik op de camping wel menigmaal deelgenoot ben geweest van communicatie tussen potentiële trendvolgers.
“Janet, Tijntje kan echt al zélf trappen op zijn fietsje!” Gevolgd door een ijzig : “Dat kan hij al 3 maanden, hoor..”.
Man en vrouw, zwijgend tegenover elkaar in een restaurant. Man kijkt om zich heen. Vrouw sist : “We zitten hier hoor”, om vervolgens weer verder te zwijgen.
Of de Franse overburen: Mooi, verveeld kijkend meisje en haar vriend, die zijn uiterste best doet om het haar naar de zin te maken. Hij maakt grappen, doet boodschappen, maakt heerlijke hapjes en drankjes voor haar klaar, maar ze blijft nors mooi zijn. Helaas jongen, dit gaat het niet worden. Je komt de ware nog wel tegen, misschien iets minder mooi, maar zeker leuker.
Deze dan : “Je vader denkt dat hij lollig is”. Gevolgd door : “Je moeder moet zich weer eens met alles bemoeien”. Dit blijkt het begin te zijn van een pikante woordenwisseling, bol van ‘ik altijd’, ‘jij nooit’ en visa versa. Zoonlief vlucht het zwembad maar in.
Mijn man en ik hebben moeten concluderen dat wij ook dit jaar niet erg trendy zijn. We hebben het zelfs ouderwets leuk gehad. Sterker nog, we verheugen ons al weer op de volgende vakantie. En ook binnen de vriendenkring hebben we deze zomer nog geen trendvolgers kunnen signaleren. Hoe ‘out’ kun je zijn.

donderdag 13 augustus 2009

Elle s'appelle Isabelle.



De camping in Bretagne heeft er dit jaar een ster (*) bij gekregen. Deze eer verwierven ze met name door de inzet van een bruisend animatie- en activiteitenteam, opdat ook jongeren zich er vanaf nu optimaal kunnen vermaken.
En zo is er dan ook de wekelijkse Karaoke-avond. Animatiester B. kondigt dit onmisbare fenomeen de hele dag enthousiast aan vanuit zijn golfwagentje.
En natuurlijk zijn ook wij van de partij. ‘Wij’ zijn een groepje ‘kritische-doch-altijd-in-voor-een-uitje' Nederlanders. Uiteraard niet om zelf een actieve bijdrage te leveren, maar om zowel zang als drank te consumeren en om één en ander van commentaar te voorzien.
De avond start met jonge talenten die allerlei liederen met een hoog K3-gehalte ten gehore brengen. We smelten.
Maar dan is daar de eerste volwassene, ze wordt groots aangekondigd : ‘Elle s’appelle…..Isabelle!!’ En Isabelle blijkt inderdaad een aardig moppie te kunnen zingen, zij het emotieloos en stijfjes (volgens de opbouwende kritiek van de Wij-groep dan). Haar man, zijn camera en Wij bezien haar van alle kanten.
Vervolgens is Monsieur Isabelle helemaal op dreef. Steeds opnieuw vult hij briefjes in voor zijn vrouw, en Isabelle zingt en zingt. Het hele repertoire van de Franse Marco Borsato gaat aan ons voorbij, geheel Isabelle-murw horen wij alleen nog ‘ENCORE….Isabelle!!’. Monsieur I. geeft als een echte showmaster aan wanneer er geklapt c.q. gefloten dient te worden.
De volgende morgen staat Monsieur I., nog naglimmend van trots, bij het broodwinkeltje. Hij groet, schudt handen, incasseert complimenten en showt de foto’s aan belangstellenden.
Ik vraag me af waar Isabelle is. Waarschijnlijk slaapt ze haar roes uit, haar taak zit er weer op.
Ik vind haar groots. Ze geeft haar man dat wat hij nodig heeft, zijn jaarlijkse ‘moments of fame’. Deze vakantieweek kan zijn humeur niet meer stuk. En volgende week…. is het gewoon weer showtime.