zondag 23 september 2012

Nooit meer....

Ik voel ‘m aankomen. Langzaam maar zeker word ik overspoeld door een gevoel van zachte treurigheid. Waarschijnlijk was er al een weemoedige gemoedstoestand in wording, slechts latent aanwezig. Maar nu word ik gevuld met de leegte van mijn over het algemeen halfvolle glas. En ik laat het maar gebeuren, de eerste tekenen van de herfst lenen zich tenslotte bij uitstek voor wat melancholische overpeinzingen.


Een herinnering aan mijn oma dringt zich aan mij op. Ze was ongelukkig gevallen met haar fiets en had daarbij haar pols gebroken. “Ik ga nu echt nooit meer fietsen”, verzekerde ze me stellig. Nooit meer… Ik geloofde haar niet. Als haar pols eenmaal goed genezen zou zijn, zou ze vast wel weer op de fiets stappen. Ze was tenslotte een doorzetter, een levensgenieter, een rasoptimist. Maar ze hield voet bij stuk, ze heeft het inderdaad nooit meer gedaan. Ik was nog jong, maar ik weet nog wat een indruk dat op mij maakte; daar waar ik op veel fronten nog aan de start stond, sloot mijn oma dingen af. Nooit meer…

Wanneer begint eigenlijk de tijd dat je, bewust of onbewust, dingen voor het laatst doet? Of gaat dat je hele leven door? Natuurlijk neem ik me nu ook wel eens voor om bv. ‘nooit meer’ op een drukke zaterdagmiddag mijn boodschappen te doen. De week daarna sta ik daar door allerlei omstandigheden weer op het drukste moment van de week. Mijn kinderen komen ook wel eens ziedend uit school of van een training thuis met de mededeling dat ze daar ‘nooit meer’ heen gaan. Zo’n ‘nooit meer’ duurt hoogstens een dag. Maar wat als ‘nooit weer’ iets essentieels betreft of iets dat je heel graag doet?

Inmiddels ben ik 45 jaar. In de beleving van ouderen ben ik nog piepjong, in de beleving van jongeren ben ik nog net niet stokoud. De waarheid zal, zoals meestal, wel ergens in het midden liggen. Ik realiseer me dat ik al wat ‘nooit meer’ ervaringen heb die leeftijdsgerelateerd zijn. Zo zal ik zelf geen kinderen meer krijgen, maar daar kan ik heel goed mee leven omdat ik me met 3 dochters zeer rijk bedeeld voel. Ook zal ik nooit meer geheel rimpelvrij en met een wespentaille door het leven gaan. Ik weet dat het uiterlijke ‘verval’ als een sluipmoordenaar op de loer ligt, maar voorlopig kan ik ‘m nog aan. Ik heb nog geen voor mij essentiële dingen achter mij gelaten, waarvan het gemis pijn doet.

Wat gebeurde er eigenlijk met mijn oma, toen ze besloot nooit meer op de fiets te stappen, wat haar actieradius en vrijheid beperkte? Natuurlijk vond ze het jammer. Toch werd ze er geen ander mens door. Ze bleef haar vriendinnen trouw bezoeken, ze deed nog steeds gewoon haar eigen boodschappen en maakte menig uitstapje. Alleen niet meer op de fiets. Er zijn tenslotte meer wegen die naar Rome leiden. “Je moet soms even zoeken, maar je vindt altijd wel weer een oplossing”, verklaarde ze. En zo is het ook.

Mijn oma noemde mij altijd een ‘zondagskind’. Zelf was ze dat ook. Niet omdat ze alleen maar geluk heeft ervaren in haar leven. Integendeel zelfs. Maar omdat ze steeds weer in staat was de nieuw ontstane situatie onder ogen te zien en daarop wist te anticiperen. Voor haar bestond ‘nooit meer’ niet, ze dacht altijd in mogelijkheden en alternatieven. ‘Live is a serie of new beginnings’ was haar levensmotto. Misschien is dat wel waar het allemaal om draait; wie op deze manier in het leven kan staan, is nooit oud.

woensdag 12 september 2012

Handtas cupje B

Het is nog rustig als ik in de supermarkt bij de kassa ga staan. Voor mij staat alleen een jong meisje in een strak jersey jurkje. Ze bestelt een pakje sigaretten.
“Dat wordt dan 5 euro 40”, zegt het kassameisje.
Met één snelle beweging tovert het meisje een briefje van 5 uit haar decolleté en legt deze op de toonbank.
“ 5 euro véértig”, herhaalt het kassameisje ietwat narrig.
“Ja, weet ik”, het meisje graait wat dieper in haar buste. Ze vist er nu haar mobieltje en een aansteker uit en legt deze eveneens op de toonbank. Dan graait ze weer verder.” Shit”, mompelt ze. Inmiddels wat rood aangelopen schudt ze eens flink aan haar jurkje en even later glijdt er een muntstuk van 50 cent langs haar benen op de grond. Ze pakt het op en legt het gegeneerd op de toonbank.
“Zóóó, lekker gênant zeg!”, strooit het van enige tact verstoken kassameisje nog wat zout in den wonde. Het meisje trekt haar jurkje recht, propt de mobiel weer terug in haar beha en loopt snel naar buiten. Zo, en nu roken.

Voor Hiske Elferink is dit waarschijnlijk een herkenbare situatie. Het bracht haar in ieder geval op het idee voor een decolleté-portemonnee en daarmee won ze de publieksprijs bij de HEMA ontwerpwedstrijd 2012 . Het blijkt een kleurrijke portemonnee te zijn, die je ‘onzichtbaar’ aan de binnenkant van je beha vastmaakt. "Er past net een pasje, wat kleingeld en papiergeld in, zonder dat iemand het ziet”, licht Hiske toe. “Heel handig als je bijvoorbeeld uitgaat en je geen tasje mee wilt nemen”. Klinkt aannemelijk. Toch is haar ontwerp niet helemaal nieuw. Er bestaat namelijk al een uitgebreidere versie; The Cleavage Caddy. Die stop je in je hele beha en in het midden zet je het vast met een riempje. Twéé vakken dus, ideaal dus als je ook nog een lipstick, mobieltje, sleutelbos, pakje kauwgom, rookgerei en voor de zekerheid wat tampons mee wilt nemen. Diep in de buidel tasten krijgt opeens wel een verrassende dimensie. Of ‘de hand in eigen boezem steken….’, ook geinig in deze context. Het zal trouwens wel enige oefening vergen om, zonder dat de hele handel er gelijk uitvalt, bijvoorbeeld een muntje van 20 eurocent op te diepen. En dan moet je de boedel ook nog eens goed over de beide partijen weten te verdelen. Maar ik denk dat het zo maar eens een hit zou kunnen worden, die behatas. Zeker bij meiden die hun mobiel al lang liefdevol aan de borst koesteren. Dan kan de rest er ook nog wel bij. Gratis borstvergroting. Bijkomend voordeel is dat je weinig last zult hebben van zakkenrollers.

Toch hoop ik van harte dat de handtas niet uit het straatbeeld verdwijnt en dat ik deze noviteit geruisloos aan me voorbij kan laten gaan. Mijn opbergruimte heeft namelijk aantrekkingskracht. Vroeger was ik bij het uitgaan meestal de pineut. Op de een of andere manier bleek ik altijd de enige te zijn met zakken of een handtas. “O, je hebt zakken/een tas. Mag mijn…..” En voor ik het wist was ik een soort wandelende shopper. Nu ik een gezin heb, is dat alleen nog maar erger geworden. Mijn handtas, inmiddels formaat weekendtas, zit vol met ‘mag-mijn-…..-even-in-jouw-tas’ attributen ; gogo’s, kleurplaten, oorbellen, crèmepjes, lolly’s, pennen… héél veel pennen, zonnebrillen, allerhande folders, voordeelpakketten lipgloss en noem maar op. Waar láát je al die zooi in een bescheiden cupje B?!