zondag 18 december 2011

Jongens zijn gedoemd tot ADHD; eens/ oneens


Het zal je maar gebeuren, dat je in deze tijd een jongetje op de wereld zet. Of erger nog, dat je zo’n jongetje bent! De stakkers. Hedendaagse jongens zijn machteloos overgeleverd aan het totalitaire regime van aan penisnijd lijdende vrouwen en meisjes.

Vroeger was dat wel anders. Toen werd een jongen nog gewaardeerd als ‘het meest edele en meest verheven schepsel op de aardbodem’.Daar hoefde hij niets voor te doen, die status kreeg hij gewoon door als jongen geboren te worden. Sterker nog, ouders glimlachten begripvol om de streken van hun rakker. Een echte jongen. Op een dag zou hij zijn wilde haren wel kwijt raken en opgroeien tot een eerzame burger. Net als zijn vader. Op uit de hand gelopen kwajongensstreken stond hooguit een flink pak rammel. Ach, dat konden stoere jongensbillen wel hebben. Nee, dan tegenwoordig. Voor het kleinste verdrijf staan ze al in een oranje vestje papier te prikken onder de bezielende leiding van Bureau Halt. Criminaliteitspreventie noemen ze dat. Om de jongens zogenaamd te behoeden voor een verder afglijdend bestaan. Maar wat is er mis met een jongen die gewoon zijn natuur volgt?

Jongens zijn geen meisjes. Wie ooit de ‘sekseneutrale opvoeding’ heeft bedacht, zou gekielhaald moeten worden. Ouders waanden zich vooruitstrevend en modern als ze hun zonen maar genoeg met poppen, buggy’s en keukentjes lieten spelen. Een feministisch complot! De vernedering voor een jongen om met zo’n stomme roze kinderwagen de straat op te moeten. Of hun moeder te moeten helpen met meidenklussen zoals het sorteren van de was, koken en een bijdrage leveren tijdens de afwas. Jongens moeten juist timmeren, in de vrije natuur plassen, steentjes door ruiten gooien en met elkaar ravotten. Hutten bouwen, vuurtjes stoken en vooral eindeloos veel voetballen.

Zodra die basale jongensbehoeftes de kop in worden gedrukt, gaat het mis. Daar plukken onze boys nu de zure vruchten van. De scholen zijn massaal overgenomen door vrouwen. En die weten de kwaliteiten van jongens niet op waarde te schatten. De dappere jagers van weleer worden onderdrukt en vooral negatief bejegend. Constant moeten ze het opnemen tegen de meisjes, die schijnheilig de voorbeeldige leerling en dochter uithangen. Opeens moeten jongens ook stilzwijgend urenlange theoretische betogen ondergaan, netjes schrijven en adequaat kunnen communiceren en samenwerken, met meisjes nog wel. En daar zijn jongens nu eenmaal niet op gebouwd. Want ondertussen gieren de adrenaline en testosteron door hun lijf. Daar worden jongens druk, baldadig en recalcitrant van. En in de ogen van hun opvoeders een onhandelbaar rotjoch.

Veel meer is er tegenwoordig niet nodig voor een diagnose ADHD, in de volksmond Alle Dagen Heel Druk. Maar met drie maal daags een Ritalinnetje zit het drukste jongetje van de klas als een brave Hendrik in de schoolbanken. Met een beetje geluk komt hij ’s avonds met kreukloze en brandschone kleren thuis en biedt hij zijn moeder zelfs spontaan aan om te helpen met de afwas. Een geweldige uitvinding voor het creëren van de ideale zoon/leerling.

Symptoombestrijding als antwoord op de voortschrijdende teloorgang van de jongens. Maar de jongetjes zijn door de jaren heen helemaal niet veranderd. Ons tolerantieniveau ten aanzien van jongetjesgedrag is in de loop der tijd aanzienlijk in negatieve zin veranderd. Als we jongetjes weer volop de gelegenheid geven en waarderen om wie ze zijn en wat ze doen, is er geen sprake van probleemgedrag. Weg met de anti-jongensstrekenpilletjes, laat moeders en juffen zelf maar een flinke dosis tolerantiedragees slikken! Boys will be boys again! Bushokje ingetrapt? Hoort er gewoon allemaal bij. Vuurwerkbommetje afgestoken in een woonwijk? Uit de hand gelopen knokpartij? Autobrandje? Ach, vertrouw er maar op dat het uiteindelijk allemaal vanzelf wel goed komt met onze kleine raddraaiertjes. Later.

woensdag 7 december 2011

Goede voornemens


Het is bijna weer zo ver. Het einde van het jaar is in zicht. Dit moment leent zich bij uitstek voor het publiekelijk uitspreken van goede voornemens. Je kunt er dus maar beter van te voren over na hebben gedacht. Ik hoef me gelukkig niet te lang te verdiepen in de gangbare voornemens. Ik heb mijn rook- en drinkgedrag nog steeds onder controle, ik eet bij voorkeur gezond, ben actief en ik hoef ook niet zo nodig af te vallen. Het vergt dus het wat betere denkwerk om met een goed verhaal te kunnen komen. Natuurlijk heb ik wel wat minder fraaie gewoontes, maar ze zitten me nog niet zodanig in de weg dat ik er veel energie in wil steken om deze te veranderen.

Laat ik dan maar eens terugblikken op het afgelopen jaar. Het was een turbulent jaar. Een jaar met mooie pieken, maar ook met flinke dalen. Er werden in mijn omgeving mensen ernstig ziek, er gingen mensen dood. Er werden mensen beter, die de draad van hun leven weer moedig wisten op te pakken. Ook mocht ik menig nieuw leven voor even in mijn armen sluiten. Het maakte me bewuster van de kwetsbaarheid, maar ook van de enorme kracht die in mensen schuilt.

Ik ben weer een jaar ouder geworden, nog lang niet stók, maar ik ervaar inmiddels wel veranderingen. Mijn spiegelbeeld liegt er dan ook niet om na een avondje flink doorhalen. En soms zijn zelfs de dag erna de sporen nog niet volledig uitgewist. Daar is geen potje crème tegen opgewassen. Ik vind het moeilijk om te accepteren dat het proces van het ouder worden zich ongevraagd als een sluipmoordenaar in mij heeft gevestigd en ik bestrijd het dan ook met hand en tand. Me erbij neerleggen kan altijd nog, als ik me ook echt oud voel.

Multitasken is mij niet vreemd; ik ga graag nieuwe uitdagingen aan en houd van actie en reuring. Toch voelt het goed dat ik steeds beter in staat ben prioriteiten te stellen en keuzes te maken. Ik neem de mooie en goede dingen die gebeuren niet meer als vanzelfsprekend aan, maar ben me bewuster geworden van al het geluk dat me overkomt. Het geluk van drie unieke dochters, die ieder op hun eigen manier hun weg weten te vinden. Het geluk van dierbare vrienden, met wie ik mezelf kan delen. Het geluk van de juiste baan, waarin ik zowel uitdaging als voldoening vindt. Het geluk van het schrijven, dat me laat nadenken, fantaseren, beleven, relativeren en worstelen met taal. Het geluk dat in kleine, onverwachte dingen schuilt.

Het allerbelangrijkste verschil met voorgaande jaren is, is dat ik dit jaar meer vanuit mijn hart heb geleefd en gekozen. En wat goed voelt, blijkt dat meestal ook te zijn. Mijn voornemens zijn dit jaar dan ook niet zo groots en verrassend. Wie leeft vanuit zijn hart en verlangens, kan namelijk niet stuk en staat nooit stil. Het is mijn beste keuze ooit.

dinsdag 6 december 2011

Het Nieuwe Werken


Het is maandag 5 december. Normaal gesproken begeleid ik op maandag kinderen met dyslexie, maar vandaag gaat dat in verband met alle feestelijkheden natuurlijk niet door. Een dagje thuiswerken dus. Na de koffie en de krant nestel ik mij achter mijn laptop. Een mooie gelegenheid om eindelijk eens wat achterstallige werk in te halen. Gedreven begin ik met het opstellen van een ‘things-to-do-lijstje’. Dan gaat de telefoon. Onze onmisbare hulp in de huishouding belt af vanwege een pijnlijke knie. Vervelend, vooral voor haar. Maar omdat ik toch thuis ben, kan ik vandaag in ieder geval zelf wel even een stofzuigrondje door het huis maken. Zo gezegd, zo gedaan. Een uur of wat later zit ik weer op mijn werkplek aan de keukentafel. Als ik net het gevoel heb een beetje op dreef te zijn, gaat mijn mobiel. Mijn middelste dochter. Met een zielig stemmetje vraagt ze me of ik haar kan komen ophalen van school, ze voelt zich helemaal niet lekker. “Natuurlijk schat, ik kom er gelijk aan”. Even later zit ze witjes naast me in de auto, haar fiets achterop. Ik probeer de ernst van het ziekteverzuim in te schatten en het lijkt mij vooral een gevalletje te-weinig-slaap in combinatie met te-veel-pepernoten-en-chocolade. Thuis kruipt ze haar bed in en ik breng haar een kopje thee. Na de eerste slok blijkt dat ik gelijk had, een golf bruine substantie met hier en daar wat brokjes spuit uit haar mond. Zij onder de douche, ik ontferm me over de kots en de was. Vervolgens valt ze heerlijk in haar schone bed in een diepe slaap. Ik sluit haar deur en loop zachtjes de trap af. Het is inmiddels half een. Lunchtijd, geeft mijn buik aan. Onder het eten van mijn boterham lees ik vast wat gegevens door, om ze zo te kunnen gaan verwerken in een verslag. Gelukkig heb ik de hele middag nog. Bieeppp, de vaatwasser meldt dat hij klaar is. Gisteravond vergeten aan te zetten. Ik ruim ‘m leeg, voordat mijn dochters er even zo vrolijk hun vieze vaat tussen zetten. Als ik daarmee klaar ben, komt mijn oudste dochter thuis. “Hé mam, jij bent thuis vandaag?! Leuk. Wil je me zo even helpen met mijn Nederlands? Ik begrijp er echt helemaal niets van. En m’n Duits overhoren, want ik móét hier een voldoende voor halen!” “Tuurlijk schat”. We buigen ons samen, onder het genot van een kopje thee, over ingewikkelde redekundige ontledingen. Wat Duits betreft blijkt het toch effectiever te zijn het eerst geleerd te hebben voordat ze zich door mij laat overhoren, dus dat schuiven we door naar het avondprogramma. “Wat eten we vanavond eigenlijk?”, vraagt middelste dochter, die inmiddels zodanig is opgeknapt dat ze sms, Youtube en Hyves weer tegelijkertijd kan hanteren. O ja, voedsel… Even snel wat boodschappen doen en op de terugweg jongste dochter bij haar vriendinnetje ophalen. “Je bent vroeg”, zegt de moeder van het vriendinnetje. “Klopt, thuiswerkdag vandaag”, antwoord ik. “Lekker is dat hè?”, zegt ze. “Dan kun je eens echt flink doorwerken”. Zoiets ja. Jongste dochter heeft op school van Sinterklaas een spelletje gekregen. Of ik zin heb om… Ach, waarom ook niet. Ik houd van spelletjes doen en zeker samen met mijn dochter. Gezellig. Resoluut schuif ik mijn lijstje terzijde. Dat komt vanavond wel. Of morgen. Of zo.

Het Nieuwe Werken is duidelijk niet mijn ding. Arbeidsproductiviteit op zo’n dag; nul komma nul. Een tegenvaller. Gelukkig werk ik morgen weer gewoon ‘op locatie’. Aan de andere kant kan ik in de ogen van Marja van Bijsterveldt vast niet meer stuk. Zij ziet het namelijk graag gebeuren dat we ons werk ondergeschikt maken aan onze zorg- en opvoedingstaken. Is er vandaag toch nog iets gelukt.