zaterdag 26 september 2009

Halverwege

50+beurs:’het leven daagt je uit!’.
(16 t/m 20 september ’09)

Hein bestelt een nog dubbele espresso bij het vriendelijk ogende meisje. Gisteravond reünietje gehad met de vrienden van weleer: potje biljart, drank en veel verhalen. Hoe krijg je ruim 30 vervlogen jaren bijgepraat?
Hein heeft zich door alle verhalen heen vooral laten leiden door zijn eigen indruk. Bert met zijn ranzige grappen, maar die thuis niets te vertellen heeft. Rijke Mats met zijn snelle baan, interessant druk doende met zijn nieuwste model BlackBerry. Jerom, die het naar eigen zeggen nog erg goed doet bij ‘de vrouwtjes’, naast zijn eigen exemplaar. De zorgelijke Wilbert, met zijn totaal ontspoorde zoon. De enige die echt wat geluk uitstraalde was Jon, maar ook wel erg vermoeid door de slapeloze nachten die zo’n ‘tweede leg’ met zich meebrengt.
En toen kwam hij uiteindelijk zelf ook aan de beurt : “En jij, Hein?”
Tja, en ik? “Nou ja, ik heb eigenlijk heel veel dingen gedaan: hier en daar gewerkt, gereisd, veel sporten, studie filosofie, tijdje gefotografeerd en nu ehhh… nou ja van alles dus. Ik ben alleen, heb wel wat relaties gehad, maar nu dus even niet”.
Het bleef even stil. “Dus je hebt niets meer met je HEAO gedaan?”.
Hein voelde zich uiterst ongemakkelijk en had enorme spijt van zijn aanwezigheid.
“Màn, zullen we ruilen; ik jouw leven, jouw lijf, jouw vrijheid. Jij mijn baan, vrouw en geld?” riep Mats uit. Er straalde oprechte bewondering uit zijn ogen. Hij kreeg bijval van de anderen. “Jezus man, nooit meer dat gezeik thuis”. “Jij bent het meest trouw aan onze jongensdromen gebleven”. “Shit man, nooit van jou verwacht”. Schouderkloppen en knikkende koppen volgden.
Vroeg in de ochtend beloofden ze elkaar een nieuwe meeting op hun 60ste en zochten vervolgens per taxi hun eigen leven weer op.
Hein heeft vannacht de slaap niet meer kunnen vatten. Hij voelt zich waanzinnig.
Het vriendelijke meisje vraagt hem: “Kan ik u nog ergens mee van dienst zijn, meneer?”
“Nou zeker”, antwoordt Hein knipogend, “Als je even hébt…”.

woensdag 23 september 2009

Er was eens....


Burendag op 26 september 2009, initiatief van het Oranjefonds en Douwe Egberts.
(Advertentie zaterdag 12 september ’09)

Er was eens een prinses, haar naam was Máxima. Máxima leidde een fijn leventje op landgoed De Horsten, samen met haar man en drie dochtertjes. Ze kwam oorspronkelijk uit een ver warm land, maar was al goed ingeburgerd, op wat kleine details na. Zo was zij bijvoorbeeld nog niet bekend met het typisch Nederlandse verschijnsel ‘een bakkie bij de buren doen’.Gelukkig was ze beschermvrouwe van het Oranjefonds en deze club maakte daar gelijk een groots item van. ‘Prinses Máxima, we zullen er hoogst persoonlijk voor zorgen dat ook U ‘een bakkie bij buren’ kunt gaan doen.’ En zo geschiedde het.Elk jaar werd er landelijk een z.g. burendag georganiseerd : Maak van je buurt je thuis. In het hele land werden buurtfeesten georganiseerd, gesponsord door het Oranjefonds. En op het meest pretentieuze feestje werd ook de prinses uitgenodigd. Ze kon haar plezier niet op; sjoelen, spijkerpoepen, steltlopen, koekslaan en natuurlijk geurige bakjes doen bij de buren.
Zo ging het jaar in, jaar uit. Maar na een aantal jaren merkte de prinses dat het animo voor de burendag begon af te nemen. Er werden nog wel feesten georganiseerd, maar ze ervoer een significant verschil in zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de festiviteiten.
Omdat ze er zelf de vinger niet achter kreeg, gaf ze het Oranjefonds de opdracht te onderzoeken wat de oorzaak van deze teneur kon zijn.
Uitgebreide buurtonderzoeken en eindeloze vergaderingen en evaluaties volgden.
Maar uiteindelijk kon de voorzitter Máxima het volgende vertellen : “Beste prinses, ik weet nu waar de behoefte des volks ligt. Laten we alvast vooruitlopen op het laatste hoofdstuk van de inburgeringcursus. Daar gaat het namelijk over ongeschreven wetten en fatsoensnormen in Nederland. U kon het natuurlijk niet weten, maar in de lage landen wordt het enorm gewaardeerd,als je ook je buren weer eens terúgvraagt, begrijpt u…”.
Dus bij deze, burgers van Nederland, volgend jaar burendag bij Máxima, adres bekend .

zondag 13 september 2009

Nieuwe kleren voor de keizer


Parfum Viktor&Rolf haalt het beste uit de vrouw.
(vrijdag 11 september ’09)

Viktor&Rolf lanceren morgen hun nieuwe parfum Eau Mega. En Mega belooft het zeker te zijn: Aanvankelijk ruikt het fris naar vioolblaadjes, basilicum en peer, na een paar minuten verrijzen de geuren van pioenrozen en jasmijn om vervolgens op het hoogtepunt aangevuld te worden door de romige geuren van sandelhout en witte musk. Door deze geursensatie raken vrouwen volledig in hun element, sterker nog, ze stijgen boven zichzelf uit. Daar kun je je neus natuurlijk niet voor ophalen.
Ik word er stil van. Mijn persoonlijke reukorgaan mag er qua postuur best wezen. Maar blijkbaar mist het elke vorm van verfijning. Het is haast te gênant om toe te moeten geven, maar… ik weet niet hoe vioolblaadjes ruiken…en al helemaal niet in combinatie met basilicum en peer, laat staan dat ik het hele geurenpalet dat vervolgens op mij afkomt afzonderlijk zou weten te herkennen en te benoemen. Ik zou het hooguit kunnen labelen als bloemig, zoet, fris, licht of zwaar, dit is mijn volledige geurenvocabulair. Tjee, dit genotsmiddel met zijn beloftes blijkt dus helaas niet voor mij te zijn weggelegd.
Maar natuurlijk zou ik toch wel eens flink willen ‘pieken’ en boven mezelf willen uitstijgen. Of zou het zo zijn als met de nieuwe kleren van de keizer. Dat elke, zichzelf enigszins respecterende vrouw kirrend uitroept bij het zien van een flesje Eau Mega: “O héérlijk, die viooltjes, en dan die péér erbij, zo subtiel verrukkelijk, ik voel me er zó geweldig en vróúwelijk bij.”
En Viktor&Rolf maar lachen in hun vuistjes. Ik zie hun neuzen al krullen. ‘Als de vioolblaadjes op zijn, stappen we gewoon weer over op rozenblaadjes. Zolang er maar V&R op staat’.
En zo worden we mooi bij de neus genomen.

zondag 6 september 2009

Sissi

Minister V. wordt onwel bij debat in Kamer’.
(Zaterdag 5 september ’09)

Ik kan me nog herinneren hoe ik in een soort extase naar de films van Sissi kon kijken. En dan dat moment; als het haar even teveel werd, dan zakte ze na het slaken van een kreuntje, elegant door haar benen. Haar imposante jurk lag als een waaier om haar heen. Gelijk was daar een kamermeisje, om haar met een waaier te koelen en wat vlugzout toe te dienen. Ook was er altijd een charmante man in de buurt om haar, zo licht als een veertje, op te tillen en op de sofa te leggen. Langzaam komt Sissi weer bij haar positieven, er tekent zich alweer een blosje af op haar wangen. De eveneens charmante en altijd aanwezige arts legt zijn hand op haar hoofd en komt al vlot tot de diagnose; Sissi heeft een flauwte gehad, met wat rust is ze zo weer op de been. Eind goed, al goed.
Bovenstaande is helaas alleen weggelegd voor dames waarbij adellijk of koninklijk bloed door de aderen stroomt.
Hoe anders bij de onderdanen. Tijdens pijnlijke en gênante momenten in groot gezelschap, heb ik hogere machten regelmatig verzocht óf het luik onder mijn voeten per direct te openen, óf mij een Sissi-moment te laten beleven. Maar ik bleef daar gewoon gênant zitten te zijn.
Eén keer in mijn leven heb ik een echte flauwte mogen beleven, op een popconcert in een overbevolkt toiletgebouw. Ik werd daar vervolgens door twee dames uitgesleept. Nou….weinig ‘elegantie’, dat kan ik je verzekeren.
Deze week werd het onze minister V. wat teveel tijdens het debat. Ze zocht haar redding in een Sissi-moment. Maar ja, gezien het gebrek aan blauw bloed, werd het een wat sneue vertoning, waarbij vooral de ‘rollende ogen’ alle kranten haalden.
Later verklaarde ze dat deze flauwte waarschijnlijk het gevolg was van een overgeslagen lunch. Arme minister, de broekriem zo strak aantrekken lijkt mij toch écht flauwte-kul.